Extra geld voor investeren in topsectoren
LEIDEN (ANP) – Als bedrijven investeren in toponderzoek, doet het kabinet daar vanaf 1 oktober nog eens 25 procent bovenop. Om ook kleine bedrijven te stimuleren, wordt de toeslag over de eerste 20.000 euro zelfs 40 procent. Minister Maxime Verhagen (Economische Zaken) heeft dat maandag bekendgemaakt bij de opening van het academisch jaar in Leiden. Het kabinet trekt 90 miljoen euro extra uit om toponderzoek op deze manier te stimuleren.
Het kabinet nam al eerder initiatieven om te bereiken dat Nederland in 2020 tot de top 5 van kenniseconomieën in de wereld behoort. In april werden innovatiecontracten ondertekend waarin bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid afspraken gezamenlijk te investeren in innovatie. Ondernemers en wetenschappers gaan samenwerken in zogeheten topconsortia voor kennis en innovatie. De overheid legt daar dan geld bij.
Eind dit jaar wordt duidelijk welke onderzoeksprojecten van start gaan, liet Verhagen maandag aan de Tweede Kamer weten. Er lopen onder meer aanvragen voor projecten over cybersecurity en voor samenwerking bij het onderzoek naar ernstige ziekten, zoals Alzheimer en borstkanker.
Om het voor bedrijven makkelijker te te maken hun onderzoeksprojecten te financieren, heeft het kabinet onder meer investeringsfondsen opgericht. Voor starters in enkele topsectoren komt dit jaar 32 miljoen euro aan risicokapitaal beschikbaar via het Innovatiefonds MKB+. Het geld is vooral bedoeld voor nieuwe media, entertainment en medische bedrijven. Naast het kabinet draagt ook het Europees Investeringsfonds aan het innovatiefonds MKB+ bij.
In zijn toespraak bij de opening van het academisch jaar pleitte Verhagen voor een herwaardering van de overlegeconomie. We moeten de polder opnieuw uitvinden, zei hij. Verhagen riep in herinnering dat het poldermodel Nederland in het verleden grote successen heeft gebracht.
Als grote opgave voor de toekomst ziet hij de opbouw van de kenniseconomie. „Want binnen één generatie dreigen wij in Nederland in alle sectoren handen te kort te komen.”