Prof. Baars bij opening academisch jaar TUA: Actuele catechismusprediking nodig
APELDOORN – De belangstelling voor de catechismusprediking loopt al tientallen jaren terug. Toch is de regelmatige verkondiging van de leer van de Schrift van „vitaal belang” voor de kerk in deze tijd, stelt prof. dr. A. Baars. De Apeldoornse hoogleraar pleit ervoor waar nodig en mogelijk de catechismuspreken sterk op de actualiteit te betrekken.
Prof. Baars sprak maandagmiddag tijdens de opening van het academisch jaar van de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) over ”De eenvoudige Heidelberger…! Een korte geschiedenis van de catechismuspreek in Nederland”.
De Nederlandse catechismuspreken die de afgelopen vier eeuwen zijn gepubliceerd, laten volgens prof. Baars zien dat de prediking van de Heidelbergse Catechismus in deze periode heeft gebloeid. „Zo nu en dan zijn er zeker kritische opmerkingen geuit tegen de gewoonte van de wekelijkse catechismuspreek en de tweede diensten op zondag zijn niet altijd goed bezocht. Toch is de prediking van de catechismus in de leerdienst uitgegroeid tot een wezenlijk aspect van het gereformeerde kerkelijk leven in Nederland, vooral in de meer behoudende kerken.”
De hoogleraar praktische theologie betreurt het dat de laatste tientallen jaren de belangstelling voor de catechismusprediking in veel kerken in Nederland voortdurend terugloopt, ook in kerken die vast willen houden aan de gereformeerde belijdenis. „Het is van groot belang grondig na te gaan wat de oorzaken zijn van deze ontwikkeling. Bovendien dienen we ons opnieuw te bezinnen op de vraag wat de meest vruchtbare methode is om over de catechismus te preken en wat we eigenlijk met deze vorm van prediking bedoelen.”
Het antwoord op deze vragen is volgens prof. Baars „van cruciaal belang” om mensen opnieuw met de prediking in de leerdienst te bereiken. „Ik ben namelijk van mening dat de regelmatige verkondiging van de leer van de Schrift –en de prediking van „de eenvoudige Heidelberger” in het bijzonder– van vitaal belang blijft voor de kerk in deze tijd.”
Prof. Baars pleitte ervoor waar nodig en mogelijk de catechismuspreken sterk op de actualiteit te betrekken. „In eigen kring heeft G. Wisse daarvoor krachtig gepleit in zijn rede ”Catechismusprediking voor onzen tijd” uit 1930. Hij schrijft daarin onder meer: „Preek up to date den Catechismus, wees bij deze prediking actueel; apologetiek en homiletiek kunnen elkaar hier ontmoeten; en ge zult niet te klagen hebben over belangstelling”.”
Actuele gebeurtenissen blijken een zeer geringe rol te spelen in de catechismuspreken tot ver in de 20e eeuw. De 18e-eeuwse Middelburgse predikant Bernardus Smytegelt was een uitzondering op deze regel. „Hij zinspeelt bijvoorbeeld regelmatig op de dreigingen van oorlog en de gevaren van stormen die ervoor kunnen zorgen dat het zeewater het land overstroomt. „Hij is ervan overtuigd dat de verschillende epidemieen die uitbreken onder het vee bijzondere oordelen van God zijn over de zonden van het volk.”
Over veel catechismuspreken hangt een bepaalde sfeer van tijdloosheid, constateerde de hoogleraar. „Veel predikanten zijn van mening dat de leerstellige prediking gericht is tot mensen van alle tijden. De waarheid van de Schrift verandert immers niet en blijft dus onveranderd geldig voor alle mensen, in welke tijd zij ook leven. Als de oudere preken over de catechismus ingaan op actuele kwesties gebeurt dat meestal in de context van Zondag 34-44 die gaan over de tien geboden. Predikanten uit de 20e eeuw zijn vaker geneigd te verwijzen naar eigentijdse kwesties, hoewel dit beslist niet geldt voor alle predikanten.”
Volgens prof. Baars gaat een grote meerderheid van predikanten uit het verleden ervan uit dat de drie „stukken” van de catechismus –ellende, verlossing en dankbaarheid– door de gelovigen in een chronologische volgorde worden ervaren. Een christen ervaart eerst zijn zonde en ellende voordat hij komt tot kennis van de verlossing in Christus. Volgens anderen moeten de drie stukken echter worden gezien als drie aspecten van het geestelijk leven die niet noodzakelijk in chronologische volgorde ervaren behoeven te worden.
Prof. Baars: „Enkele predikanten nemen een middenpositie in tussen deze twee uitersten. Zij tekenen bezwaar aan tegen een puur chronologische volgorde van de drie stukken door te benadrukken dat de zondekennis geen voorwaarde is die een mens moet vervullen om tot Christus te komen. Tegelijkertijd stellen zij echter dat de gewone manier waarop de Heere Jezus Christus zondaren tot Zich trekt, is dat Hij hen eerst iets laat zien van hun zonden en ellende. Zo worden zij aangespoord om hun toevlucht te nemen tot de genade die hij verworven heeft door Zijn lijden en sterven. Deze laatste uitleg lijkt mij het meest in overeenstemming met de structuur van de catechismus zelf én met de uitleg die Ursinus geeft van zijn eigen werk.”
Een sterk uitgebreide versie van de rede van prof. Baars verscheen maandag in de serie Apeldoornse Studies.
14 nieuwe voltijdstudenten
Rector prof. dr. G. C. den Hertog maakte in zijn “fata academica” bekend dat zich voor het komende cursusjaar veertien nieuwe voltijdstudenten hebben ingeschreven. Het totaal aantal studenten ligt daarmee op negentig, met daarnaast nog ongeveer veertig studenten die op contractbasis of via een tweede inschrijving staan ingeschreven.