Koninklijk Huis

Prins Willem-Alexander bij plechtigheid Indië-monument

ROERMOND – Prins Willem-Alexander heeft zaterdag een krans gelegd bij het Nationaal Indië-monument in Roermond ter herdenking van de ruim 6200 Nederlandse militairen die tussen 1945 en 1962 omkwamen tijdens missies in de toenmalige overzeese gebiedsdelen Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea.

Henri Haenen
3 September 2012 11:03Gewijzigd op 14 November 2020 22:58
Foto ANP
Foto ANP

Sinds prins Bernhard in 1988 het monument opende, had niemand van het Koninklijk Huis zich meer laten zien.

Tot zaterdag. De meer dan 20.000 veteranen waren weliswaar blij dat de prins kwam, maar zagen toch ook reden om te morren.

Het was zaterdag de 25e keer dat de gevallenen in de voormalige Oost werden herdacht. „Al die jaren hebben we hier niemand van het Koninklijk Huis gezien”, zegt voormalig huzaar bij de cavalerie Martinus Flikweert (85) uit het Zeeuwse Nieuwerkerk. „De prins had al veel eerder moeten komen. We hebben al die jaren moeten wachten tot er iemand van het koningshuis hier aanwezig was.”

Vergeten

Hij is niet de enige die hardop moppert. „Hoog tijd dat de prins komt”, laat de 85-jarige Jan van den Heuvel uit Leersum zich ontvallen.

Hij was Brenschutter bij de zandhazen op Zuid-Sumatra, van 1947 tot 1950. De vijfde compagnie van het 47e regiment, om precies te zijn. „Al jaren hoor ik mensen hier op de herdenking de vraag stellen waar het Koninklijk Huis blijft. We zijn een vergeten groep, het was een vergeten oorlog. Er mag niet over gepraat worden. Toentertijd was het heel anders. Na de oorlog tegen de Duitsers werd gezegd: Als we de kolonie kwijtraken, gaan we failliet. En vervolgens, toen we verloren, is die oorlog jarenlang verzwegen.”

Vele jaren na thuiskomst en na vele jaren van zwijgen kwam er een medaille. „Een veteranenspeldje”, herinnert Van den Heuvel zich. „Dat heb ik teruggestuurd. Het is te laat om met dit soort blijken van erkenning te komen.”

Tijgersluipen

Wel blij met het prinselijk bezoek is de 70-jarige Wiel Mackus uit Nederweert, een relatief jonge veteraan. De voormalige soldaat van de B-compagnie van het zesde infanteriebataljon vocht in Nieuw-Guinea in 1961 tot het bestand van 1962. Mackus wordt na afloop van de herdenking door de prins ontvangen in een tent bij Kasteeltje Hattem, naast het monument. „Dat vind ik wel leuk”, vertelt hij met zichtbare trots.

Herinneringen worden gedeeld, met de prins en onderling. „Ik heb in Indië leren schieten. Voor die tijd had ik nog nooit geschoten”, aldus Van den Heuvel. „Wel moesten we in Oirschot tijgersluipen oefenen in de sneeuw. Verschrikkelijk!”

Het lijkt de laatste jaren wat minder druk te worden bij de herdenking. „Veel van ons zijn overleden”, zegt de Zeeuw Flikweert. „De uitval is op onze leeftijd enorm. De veteranen zijn meest tussen de 85 en 91 jaar. Ik ben nog in goede gezondheid, maar als je rondkijkt is duidelijk zichtbaar dat de een na de ander gebreken begint te vertonen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer