Op nieuwe aarde geen nieuwe zondeval mogelijk
Bij de zondeval koos de door God goed geschapen mens vrijwillig voor het kwade. Als de door Christus verloste mens op de nieuwe aarde weer een vrije wil heeft, betekent dat dan dat er opnieuw een zondeval kan plaatsvinden?
De vraag ”unde malum?” (waar komt het kwaad vandaan?) noemt Herman Bavinck „het grootste raadsel des levens en het zwaarste kruis des verstands.” Hoe kan er zonde zijn als een goede God alles geschapen heeft? Er zitten toch geen weeffouten in Zijn scheppingswerk? Welke plaats heeft de zonde in het plan van God? Het gaat te ver om te zeggen dat God tot de zonde besloten heeft. Het schepsel heeft misbruik gemaakt van de geschonken vrijheid. God gaf de mens vrijheid en daarmee de mogelijkheid om te zondigen. Nogmaals Bavinck: „Het was Zijn wil om met de mens de gevaarlijke weg der vrijheid te bewandelen, liever dan om hem ineens door een machtsdaad boven de mogelijkheid van zonde en dood te verheffen.”
Repeterende breuk
Zonde is een volslagen onredelijk iets, een volstrekte absurditeit. We kunnen hooguit een paar stappen zetten in de richting van een verklaring en komen dan uit bij de vrije wil waarmee engelen en mensen geschapen zijn. Deze vrije wil is in elk geval een noodzakelijke voorwaarde voor de mogelijkheid van de zonde. Had Adam in het paradijs geen vrije wil gehad, dan zou hij niet hebben kunnen zondigen. Dat hij zou zondigen, lag allerminst voor de hand, het was juist uiterst onwaarschijnlijk. Niettemin was de mogelijkheid dat het tot zondigen zou komen, niet op voorhand uit te sluiten, en helaas is deze mogelijkheid werkelijkheid geworden.
Betekent dit echter inderdaad dat zo’n zondeval steeds weer opnieuw kan gebeuren zolang er van vrijheid sprake is? Dan zou het ook in het nieuwe Jeruzalem zoals daarover bijvoorbeeld in Openbaring 21 en 22 geschreven wordt, een dreiging blijven dat het opnieuw fout gaat. Toch krijgen we nergens in de Bijbel een aanwijzing dat er werkelijk van zo’n ”repeterende breuk” sprake zal zijn. Integendeel, de drie-enige God komt uiteindelijk tot Zijn doel met de schepping tot Zijn eeuwige glorie. Dat is Zijn raadsplan dat volkomen vervuld gaat worden.
Zijn er nu ook argumenten die enigszins inzichtelijk kunnen maken waarop de overtuiging dat een tweede zondeval uitgesloten is berust? Ik meen dat er zeker goede argumenten zijn, ontleend aan het volbrachte werk van Christus.
Geen schijngevecht
Van cruciale betekenis is wat we in de evangeliën lezen over de verzoeking in de woestijn. Jezus wordt als mens verzocht door de satan en als mens, als de laatste Adam, doorstaat Hij de beproeving glansrijk. We dienen goed te beseffen dat de Heere Jezus de verzoekingen doorstond in Zijn staat van vernedering, dus als zwak mensenkind dat de goddelijke heerlijkheid en majesteit heeft afgelegd – zie wat er in Filippensen 2:5-8 staat over de ”kenosis”, de ontlediging van de Zoon des mensen. Hij heeft als mens de satan overwonnen in de kracht van de Heilige Geest.
Zo realiseren we ons ook dat dit geen schijngevecht was. Jezus verkeerde in een uiterste gevarenzone en de spanning was om te snijden. Dat betekent dat het –theoretisch gezien– ook fout had kunnen gaan. Waarom ging het niet fout? Niet omdat Jezus geen vrije wil had, maar omdat Zijn hart vol was van de liefde tot de Vader. En als de liefde tot volle bloei komt, staat de vrijheid geheel ten dienste van de liefde en is een vrije keus voor het kwade in de praktijk niet mogelijk. Vanwege de liefde van Christus tot de Vader kon de theoretische mogelijkheid van zonde geen praktische realiteit worden.
Let er daarbij op dat de Heere Jezus deze gehoorzaamheid heeft betoond als vertegenwoordiger van heel de geredde mensheid, van heel Zijn Kerk, dus als de laatste Adam. Daarom zal er ook nooit meer een verzoeking komen zoals deze. Evenmin als er een tweede satanische verzoeking mogelijk was geweest wanneer Adam niet had toegegeven aan de verleiding om van de verboden boom te eten.
Het belangrijkste argument waarom er geen tweede zondeval kan plaatsvinden, is dat de zaligen aan Christus gelijk zullen zijn. Zo lezen we het in 1 Johannes 3:2. Wanneer Hij zal geopenbaard worden in heerlijkheid, zullen wij Hem gelijk zijn. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat wij net als Hij waarachtig en eeuwig God zullen zijn. Nee, het gaat erom dat wij dezelfde volmaakte menselijke natuur zullen hebben als Jezus en wel de gerijpte menselijke natuur van Christus die gehoorzaamheid geleerd heeft uit wat Hij geleden heeft (Hebr. 5:8). Dus de menselijke natuur zonder zonde die in liefde tot God tot volle ontplooiing is gekomen door alle verzoekingen glansrijk te doorstaan.
Wij zullen God dus liefhebben zoals Christus de Vader liefheeft. En dat betekent dat misbruik van onze vrijheid door de liefde wordt verhinderd, zonder dat daarmee de vrijheid wordt aangetast. Met goede argumenten kunnen we daarom stellen dat een nieuwe zondeval theoretisch tot de mogelijkheden behoort vanwege de vrijheid van de nieuwe mensheid, maar dat de realisering van zo’n zondeval zich in de praktijk niet zal voordoen vanwege de liefde tot God waarvan de geredde mensheid vervuld zal zijn.
Einde meer dan begin
Het laatste woord is uiteraard dat het kennelijk Gods raad is dat Hij in de voleinding alles in allen zal zijn (1 Kor. 15:28). Dat sluit een nieuw offensief van het kwaad beslist uit. Deze raad van God wordt gerealiseerd doordat God in Christus de hoge harmonie tussen liefde en vrijheid in de menselijke natuur aan het licht heeft gebracht. Daarnaast geldt het ook van de engelen die staande gebleven zijn dat zij zozeer liefde aan vrijheid paren dat het kwaad nimmer vat op hen krijgt.
Hoe radicaal de Schrift ook over zonde spreekt, nimmer krijgt deze het laatste woord. Apostelen en evangelisten stellen de zonde in het licht van vergeving en verlossing. Zonde is in het Evangelie een in Christus achterhaalde werkelijkheid. Wij krijgen de zonde de wereld niet uit, maar God bant haar zeker uit zijn nieuwe wereld. Uiteindelijk zal de herschapen mens in het Koninkrijk nog meer zijn dan Adam in het paradijs. ”Non posse peccare” (niet kunnen zondigen, in het eeuwige leven) is heerlijker dan ”posse non peccare” (kunnen niet zondigen, in de staat der rechtheid) en zo is het einde meer dan het begin.
Prof. dr. J. Hoek, bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl