Zoeken op internet, hoe werkt dat eigenlijk?
Minder dan een halve seconde. Zo veel tijd heeft een zoekmachine nodig om dat wat je zoekt op een presenteerblaadje aan te reiken. Maar wat gebeurt er eigenlijk ‘achter het scherm’?
Bing, Yahoo!, Google: ze maken het internet overzichtelijk. En van onschatbare waarde als we snel iets willen weten. Zoeken via internet is zo vanzelfsprekend dat we ons nauwelijks afvragen hoe het eigenlijk werkt, en waarom we de zoekresultaten krijgen die we krijgen.
Laten we Google –de meest gebruikte zoekmachine– als uitgangspunt nemen. Om goed en snel te kunnen functioneren, indexeert Google het wereldwijde web. Dan Russell, wetenschapper in dienst van de zoekreus (zie kader), legt uit wat dat is. „Speciale programma’s –crawlers– struinen continu internet af en brengen het zo volledig mogelijk in kaart. Simpel gezegd: de zoekmachine leest elke pagina van elke website en slaat op welke woorden erop staan.”
Zoekt Google na het invoeren van een term dus het hele web af? Nee. Wat Google doet, is in zijn eigen kopie van internet –de geïndexeerde pagina’s– zoeken of het woord voorkomt. En dat gaat, dankzij slimme technologie, razendsnel.
Hoe bepaalt Google nu welk zoekresultaat bovenaan komt te staan, en dus het meest van belang is voor de zoeker? Daar zit een al even ingenieus als geheimzinnig systeem achter: het rankingalgoritme. Russell: „Google analyseert websites op basis van zo’n 200 factoren. Zie het als een soort puntensysteem. Hoe meer punten, des te relevanter Google de pagina acht.”
Punten verdienen kan op verschillende manieren. Russell geeft er weinig over prijs – het algoritme is immers Googles grote geheim. Maar sommige zaken liggen voor de hand. Pagina’s waarop de zoekterm maar één keer voorkomt, scoren lager dan sites waar het woord vaker op staat. Staat de term in de titel van de pagina, dan levert dat weer extra punten op.
Het bekendste onderdeel van Googles algoritme is de PageRank. „Die telt hoe vaak ándere websites verwijzen naar de bewuste pagina. Hoe vaker dat gebeurt, des te belangrijker.” Extra punten dus voor populariteit.
Waarom zijn de algoritmes van zoekmachines met zo veel geheimzinnigheid omgeven? Om te voorkomen dat pagina’s die slecht scoren door middel van allerlei trucs alsnog hoog in de zoekresultaten verschijnen. Als je weet hoe zo’n puntensysteem precies werkt, kun je het natuurlijk beïnvloeden. En dat is niet de bedoeling.
De kracht van een zoekmachine als Google is dat het niet alleen zijn algoritme enorm heeft verfijnd, maar ook dat het bedrijf de zoekresultaten afstemt op de interesses van de gebruiker.
Deze personalisatie zorgt ervoor dat elke zoeker resultaten krijgt die rekening houden met bijvoorbeeld de locatie waar hij zich bevindt én met eerdere zoekopdrachten. „Zo snapt Google dat iemand die regelmatig op katten en tijgers zoekt, bij het intoetsen van ”jaguar” waarschijnlijk niet geïnteresseerd is in het automerk.”
Om personalisatie mogelijk te maken, slaat Google gegevens van zijn gebruikers op in profielen. En dat is niet onomstreden. Privacywaakhonden vrezen voor misbruik. Anderen zijn bang dat gebruikers straks informatie mislopen omdat de zoekmachine meent dat die niet relevant is.
Russell is er kort over. „Google sluit geen informatie uit. Nooit. Het effect van personalisatie moet niet overtrokken worden. Alle informatie is voor iedereen beschikbaar, maar het kan zijn dat jij het in een andere volgorde ziet dan je buurman. Dat scheelt doorgaans hooguit drie of vier posities.”
Maar Google moet ook geld verdienen. Verkoopt het bedrijf gebruikersprofielen? Russell, al even resoluut: „Wij geven geen gegevens weg. En al zouden we dat doen, dan hebben derden er nog weinig aan. De manier waarop wij gegevens opslaan maakt het voor anderen onmogelijk om deze goed te interpreteren.”
Nee, geld verdienen doet Google toch vooral met advertenties. Die staan –in een iets ander kleurtje– boven en naast de zoekresultaten. Dat ze zijn afgestemd op de zoekvraag van de gebruiker heeft, alweer, te maken met de slimme algoritmes. Adverteerders betalen niet voor een hogere positie, aldus Russell. Zo heeft iedereen gelijke kansen. En levert het Google miljarden op, waardoor –niet onbelangrijk– zoeken nog altijd gratis is.
Zoekmachines scheppen orde in de chaos van internet. Slimme techniek helpt de gebruiker in zijn zoektocht. Maar het kan geen kwaad om je te realiseren dat Google –en Bing, Yahoo! en al die andere– niet het einde zijn van alle tegenspraak. Het blijft techniek die bepaalt wat de gebruiker ziet. Een oplettende internetter kijkt dus iets verder dan de eerste vijf zoekresultaten.
Onontgonnen planeet
„Google is een planeet waarvan de mensheid nog maar een fractie gebruikt.” Dan Russells ogen glimmen als hij vertelt hoe dat ongekende potentieel beter benut kan worden. Zijn missie: mensen beter leren zoeken.
Russell, in Nederland voor een conferentie over zoeken, is ”Uber Tech Lead for Search Quality and User Happiness” in dienst van Google. Een flitsende titel voor een wetenschapper die werkelijk alles weet van zoekgedrag. Jarenlang onderzoek, tot in de huiskamer van gebruikers toe, leerde hem hoe mensen zoeken. Daarmee maakt hij de zoekmachine van Google beter. Nu wil hij zijn gebruikers opvoeden.
„Google Search (de officiële naam van Googles zoekmachine, PA) biedt ongekende mogelijkheden. Het is er allemaal, en het is gratis. Toch wordt minder dan 5 procent van de functionaliteit benut. Ons onderzoek helpt om daar iets aan te doen.”
Hoe?
„We kwamen erachter dat de geavanceerde zoekopties nauwelijks werden gebruikt. Als mensen er al op klikten, haakten ze na vijf seconden af. Te ingewikkeld. Na een paar kleine aanpassingen aan het uiterlijk van het zoekscherm verdubbelde het gebruik. Zo wordt onze zoekmachine, zowel onder de motorkap als wat de buitenkant betreft, continu verbeterd.”
Maar we kunnen dus zelf ook beter leren zoeken?
„Absoluut. Gebruikers verwachten van Google antwoord op een vraag, maar tikken vaak maar een of twee woorden in. Je moet de zoekmachine wel laten weten wát je zoekt. Daarvoor zijn tal van manieren. Die proberen we op een speelse manier onder de aandacht te brengen met ”a Google a day”, een dagelijkse puzzel die alleen met creatief zoeken kan worden opgelost. Dit jaar zijn we ook gestart met onlinetrainingen, ”power searching”. Daarin brengen we deelnemers in zes lessen van vijftig minuten slimme zoektechnieken bij. Bij de eerste ronde in juli hadden we, zonder enige vorm van marketing, 154.000 deelnemers. In september starten we een nieuwe cursus, waarbij we hopen op ten minste 250.000 deelnemers.”
www.powersearchingwithgoogle.com
Google de grootste, niet de enige
Google is met een marktaandeel van 93 procent de bekendste en meest gebruikte zoekmachine in Nederland, aldus de Nationale Search Engine Monitor. Is het bedrijf dan zo veel beter dan de rest? Volgens de concurrentie niet, natuurlijk. Feit is dat Google een reputatie heeft opgebouwd en met zijn gebruiksvriendelijke bediening simpelweg het populairst is.
Yahoo! volgt met een marktaandeel van 3 procent op grote afstand, schouder aan schouder met Vinden.nl. Bing, de zoekmachine van Microsoft, timmert wereldwijd flink aan de weg, maar komt voorlopig niet in de buurt van Google. De top vijf wordt gecompleteerd door Lycos en Ilse.