Echte gezalfden
Hooglied 1:3b
„Uw Naam is een olie die uitgestort wordt.”
Zij zullen komen, de stammen, „de stammen des Heeren, tot de getuigenis Israëls, om de Naam des Heeren te danken” (Psalm 122:4). Zij zullen komen en aanliggen, eten en „van vreugde opspringen” (Psalm 68:4) en „met een stem van vreugdegezang en lof” zal alom die ene feestklank weergalmen: „Uw Naam is een olie die uitgestort wordt” (vgl. Psalm 42:5).
Eén ding weet ik: wanneer wij Filippus en Andreas tot portiers hebben, zal in elk geval niemand die om olie smeekt en Jezus wil zien, een afwijzing ondervinden. Onmiddellijk zal Filippus ons verzoek aan Andreas meedelen. Andreas en Filippus zullen het Jezus voorleggen (Johannes 12:22). Wat zal Jezus zeggen? Stellig zal Jezus antwoorden: „Indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort” (Johannes 12:24).
Laat dan het tarwegraan sterven, en het zaad der volkeren omhoogschieten! „Christus moest lijden, en van de doden opstaan ten derden dage; en in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden” (Lukas 24:46v.), niet slechts in Judea, maar ook onder alle (heiden)-volken, voor zover naar die éne Naam, namelijk Christus, duizenden en duizenden gelovigen ”christen” (dat is: gezalfde) zullen heten, en spreken mogen: „Uw Naam is een olie die uitgestort wordt.” Een bijzondere Naam: „God zal Zijn knechten met een anderen naam noemen.” Ja zelfs: „zich zegenen in de God der waarheid” (Jesaja 65:15v.)!
Bernardus van Clairvaux (1091-1153)
”Het Hooglied”