Barmhartig
Hooglied 1:3b
„Uw Naam is een olie, die uitgestort wordt.”
Goedertieren is de Geest der wijsheid. Hij is niet moeilijk jegens hen die Hem aanroepen. Voordat Hij aangeroepen wordt, zegt Hij al: „Zie, hier ben Ik.” Hoort dan nu wat Hij –op uw gebed– Zich verwaardigt u mee te delen. Ontvang zo de rijpe vrucht van uw gebeden! Zie, ik wijs u de Naam die terecht met zalfolie vergeleken wordt. Ik zal u zeggen met welk recht. Door heel Gods Woord heen leest u wel tal van namen voor de Bruidegom, maar ik zal ze alle voor u in twee namen samenvatten.
Naar ik meen, zult u er niet één onder vinden die niet Zijn erbarmende genade of majesteitelijke macht uitdrukt. Zo spreekt de Heilige Geest ook door Zijn zo bijzonder vertrouwd instrument: „God heeft één ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: dat de sterkte Godes is. En de goedertierenheid, o Heere, is Uwe.” Dus naar Zijn majesteit is Zijn Naam heilig en vreselijk. Maar naar Zijn erbarmen „is er ook onder de hemel geen andere Naam die onder de mensen gegeven is, door Welke wij moeten zalig worden.”
Door voorbeelden zal dit nog duidelijker worden. Hij zegt: „Dit zal Zijn Naam zijn, waarmee men Hem zal noemen: De Heere onze Gerechtigheid.” Dat is de Naam van Zijn macht.
Bernardus van Clairvaux (1091-1153)
(„Het Hooglied”)