„Longchirurg VUmc slecht begeleid”
AMSTERDAM – Het bestuur van het VUmc heeft de longchirurg die in 2011 de verstoorde onderlinge communicatie tussen medisch specialisten aankaartte bij de zorginspectie na diens terugkeer op de werkvloer onvoldoende begeleid.
Dat stelde advocaat J. Hubben van de arts gisteren in het tv-programma Nieuwsuur.
Hubben, die tot dusver commentaar weigerde, kwam naar de studio, omdat de top van het VUmc gisteren via de media liet weten nieuwe ontslagmaatregelen „op zeer korte termijn” niet uit te sluiten. „Een dergelijke aankondiging is niet anders te verstaan dan betrekking hebbend op de rechtspositie van mijn cliënt”, stelt Hubben vast.
Nadat de longchirurg na een periode van gedwongen inactiviteit zijn werkzaamheden weer had hervat, zegden elf collegachirurgen in een brief aan de raad van bestuur van het VUmc het vertrouwen in hem op. Volgens hen was de arts door zijn stijl van werken de afgelopen jaren medeveroorzaker van de interne problemen en lag het zeker niet op zijn weg om deze bij een externe toezichthouder te melden. Volgens Hubben was een initiatief zoals de brief van de elf chirurgen te voorzien en liet de VUmc-top na de arts, die zich door zijn calamiteitenmelding in een kwetsbare positie had gemanoeuvreerd, te beschermen. „De briefschrijvers hadden door het ziekenhuisbestuur weer in het gelid moeten worden gezet.”
In plaats daarvan nam het ziekenhuis een extern mediationbureau in de arm. Dat concludeerde na wat gesprekken dat er sprake was van onderlinge vetes tussen groepjes artsen die zo diep zaten dat verdere bemiddeling zinloos was. Ook daarna liet het bestuur volgens Hubben de zaken op hun beloop.
In NRC Handelsblad van gisteren zegt ziekenhuisbestuurder E. Mulder inmiddels tot het inzicht te zijn gekomen dat bij alle interne communicatieproblemen waar het VUmc de afgelopen tijd mee kampte steeds hetzelfde kleine groepje artsen een rol speelt. „Het gaat om zes, zeven mensen, die een hele organisatie gijzelen. Dat vraagt om duidelijke maatregelen.”