Dat zegt Paul Rogers, hoogleraar vredesstudies aan de Britse Universiteit van Bradford, in een dinsdag verschenen onderzoek.

Rogers wijst erop dat de structuur van al-Qaida ondanks de oorlogen in Afghanistan en Irak niet is gebroken. Ook is er geen einde gekomen aan de werving van nieuwe strijders. Rogers meent dat de huidige capaciteit van het terreurnetwerk groter is dan voor de aanslagen van 11 september. Vervolgens concludeert hij: „Alleen al daarom valt de bewering moeilijk te accepteren dat de oorlog tegen het terrorisme wordt gewonnen.”

Rogers herinnert eraan dat met al-Qaida verbonden cellen sinds 11 september ruim 350 mensen hebben gedood en ruim 1000 verwond. Hij noemt als voorbeelden de aanslagen op het Indonesische eiland Bali van 12 oktober 2002 (ruim 200 doden), de aanslagen in de Saudische hoofdstad Riyad van afgelopen mei (26 doden) en de aanslag op het Marriott-hotel in de Indonesische hoofdstad Jakarta op 5 augustus (12 doden).

Volgens Rogers kan, in het licht van de oorlog tegen het terrorisme, niet al te veel waarde worden gehecht aan de afzetting van het Taliban-regime in Afghanistan en Saddam Hussein in Irak. Hij wijst erop dat buitenlandse terroristen makkelijk de poreuze Iraakse grens kunnen passeren om zich aan te sluiten bij guerrillastrijders in Irak. „Door de bezetting van Irak hebben de Verenigde Staten 140.000 doelwitten geschapen”, aldus Rogers.

Rogers waarschuwt tegen het „excessieve en contraproductieve” militaire geweld dat Washington toepast. Militair geweld maakt geen einde aan terrorisme, zegt Rogers, die pleit voor een bredere benadering, met meer ontwikkelingshulp voor Afghanistan, een grotere rol van de Verenigde Naties bij de wederopbouw in Irak en meer inspanningen om „de groeiende wereldwijde sociaal-economische kloof” te dichten. Ten slotte wijst hij erop dat internationale veiligheid alleen kan worden bereikt door „een eerlijker verdeling van ’s werelds rijkdommen.”

Het rapport van Rogers is geschreven in opdracht van de Oxford Research Group, een instituut dat is gespecialiseerd in wapenbeheersing en non-proliferatiekwesties.