Zien
Het goed dat zulke armen van geest nodig hebben en dat alleen bij Jezus is te vinden en dat zij op Zijn raad van Hem door het geloof moeten kopen, is ogenzalf om te zien. Hierdoor kan men het Woord van God verstaan, want dat is een lamp voor onze voet en een licht op ons pad, zoals door David betuigd wordt in Psalm 119.In het bijzonder is dat zo als daarmee gepaard gaat de verlichtende genade van Gods Geest. Om de verlichting van die Geest moet zo’n arme, zoals David in deze psalm, gedurig bidden. Die verlichting hebben we nodig, daar wij van nature blind zijn. Die schellen van blindheid moeten worden afgenomen. Ook de onkunde, dwaling, ongeloof en bijgeloof moeten worden afgelegd, zodat de duisternis gaat opklaren. Zo’n ziel ontvangt verlichte ogen van het verstand, opdat zij mogen weten hun hoop en hun roeping.
Gelijk nu zulke mensen, die al deze goederen deelachtig werden terecht rijk in God, rijk in het geloof en rijk in de genade mogen zijn, zo blijkt hieruit bij wijze van tegenstelling dat zij die dat alles missen met recht arm zijn, geestelijk arm. Het is als een arme naar het lichaam, die geen geld en nog minder goud heeft om veel te kopen en van alle rijkdom en schatten is verstoken. Hij is daarvan ook overtuigd. Zo’n arme naar het lichaam zal, als hem zijn armoede recht drukt, uitgaan naar een persoon door wie hij gered kan worden.
Joachimus Mobachius, predikant te Nijkerk (Christelijke Zedekunst, 1741)