„Als je je voor het Evangelie schaamt, klopt er iets niet”
APELDOORN – Hoe spreek je als kerkganger met je buurman over het geloof? Dinsdag bracht deze krant het nieuws dat ruim 60 procent van zo’n 3000 protestanten in Amerika het laatste halfjaar niet met een buitenkerkelijke had gesproken over de vraag hoe hij christen zou kunnen worden. Toch voelt 80 procent van hen zich verantwoordelijk om hierover te spreken. Enkele hindernissen op een rij, met drie reacties.
Onverschilligheid
Hoe ga ik om met iemand in mijn omgeving die totaal onverschillig lijkt te staan tegenover het Evangelie?
Geen tijd
Veel mensen hebben het druk, ze staan misschien niet eens open voor een alledaags praatje, laat staan voor iets wat verder gaat dan dat. Hoe bereik ik hen dan toch?
Angst
Ik vind het eng om met anderen te praten over het geloof. Zelf weet ik ook het antwoord op alle vragen niet, wat nu als iemand mij vragen stelt die ik niet kan beantwoorden?
Begin
Het is moeilijk om te beginnen over het Evangelie terwijl je gewoon gezellig met de ander in gesprek bent. Hoe kan ik het beste beginnen over God en Zijn Woord?
Schaamte
Spreken met anderen vind ik niet moeilijk. Maar stel nu dat iemand met mij mee naar de kerk wil, dan ben ik bang dat diegene zich er helemaal niet thuis voelt.
Reactie
Ik ben bang voor de reactie van de ander. Hoe zou hij of zij het oppakken als ik over de Heere Jezus vertel en over de Bijbel? Wat als ik word uitgelachen of als de ander boos wordt?
Naam: ds. Hans Eschbach
Functie: voormalig directeur Evangelisch Werkverband, aanstuurder missionair project Meer
Kerkverband: Protestantse Kerk in Nederland
Onverschilligheid: „Als je de inhoud van het geloof niet kent, word je onverschillig. Als je iets nooit geproefd hebt, weet je ook niet of het lekker is. Daarom moet je de ander smaakproefjes geven. Bij ”Meer” geven we daarom binnenkort een toegankelijk tijdschrift uit, speciaal voor mensen die op zoek zijn. Wij moeten verder vooral leren te luisteren, in plaats van te spreken. Zoals Jezus deed bij de Emmaüsgangers, de eerste kerkverlaters. Hij vroeg: Wat zien jullie er somber uit? Daarna luisterde hij zeven verzen lang, om vervolgens te vragen: Moest het niet zo zijn?”
Geen tijd: „Evangeliseren kost geen tijd, niet voor jezelf en niet voor de ander. De Engelsen zeggen: ”Walk your talk”. Laat maar in je wandel zien hoe je je leven invult. En als iemand altijd te druk is om te benaderen, vraag dan eens of je kunt helpen. Gewoon met praktische dingen. Een gesprek volgt dan vanzelf.”
Angst: „Om angst tegen te gaan, moet je de Bijbel bestuderen. In Efeze spreekt Paulus over wat wij in Christus ontvangen hebben. Als je dat rood onderstreept, zou de hele Efezebrief rood zien. Het is belangrijk om in liefde de waarheid te spreken. Die twee moet je niet loskoppelen. Voor mij is evangeliseren nog altijd het best vertolkt in het volgende beeld: de ene bedelaar vertelt de andere waar hij brood heeft gekregen. De een staat niet boven de ander.”
Begin: „Begin met mens te zijn. Blijf dicht bij jezelf. Als je geen antwoord weet, zeg dat dan gerust. Dat toe te geven, kan bij voorbaat een heleboel spanning wegnemen. Je hoeft niet alles te weten.”
Schaamte: „Schaamte? Wat afschuwelijk dat je je zou schamen voor de kerk waar je naartoe gaat! Je kunt je afvragen of het überhaupt verstandig is om meteen iemand mee te nemen naar een kerkdienst. Als je een rugbywedstrijd bezoekt, moet je ook de spelregels kennen, anders vind je er niets aan. Daarom kan een Alpha-cursus of deelname aan een groeigroep in eerste instantie een beter begin zijn voor niet-gelovigen. Daarna kunnen zij alsnog een kerkdienst bezoeken.”
Reactie: „Boze of spottende reacties zijn het risico dat je loopt als je spreekt over het geloof. Ik zou zeggen: dat is altijd nog minder erg dan gekruisigd worden.”
Naam: Willem J. Korving
Functie: evangelist in Den Helder
Kerkverband: Hersteld Hervormde Kerk
Onverschilligheid: „De onverschilligheid van mensen komt voort uit zelfhandhaving. Die kun je doorbreken door aan te geven dat we niet alleen voor het hier en nu leven, maar dat wij voor de eeuwigheid geschapen zijn. Verder is het goed om de ander te wijzen op zijn of haar verantwoordelijkheid. Vaak hoor je: Toon maar eens aan dat er een God is. Maar je kunt ook zeggen: Toon jij eens aan dat er geen God is. In Genesis staat dat Hij hemel en aarde schiep. Dat is het begin van de Bijbel. Daar kunnen wij ook mee beginnen.”
Geen tijd: „Geen tijd is: geen zin. Je kunt, als je evangeliseert, niet altijd zelf een moment creëren om van de Heere te spreken. Wel moet uit je handel en wandel blijken dat je leeft volgens Gods Woord. Christus zegt: Gij zijt het zout der aarde en het licht der wereld. Wij moeten getuigen zijn, zodat –zo staat in Mattheüs 5– „zij uw goede werken zien, en uw Vader die in de hemel is, verheerlijken.” Je hoeft dus niet altijd grote verhalen te hebben als je evangeliseert.”
Angst: „Angst of gêne ontstaat bij gebrek aan scholing. Jezus Zelf leert ons –denk aan het zout en het licht– deze scholing in de praktijk toe te passen. Je weet niet altijd wat je zult zeggen voordat je met iemand in aanraking komt, maar als je bidt om vrijmoedigheid wil de Heere dit ook geven. Wees ook eerlijk tegenover de ander als je niet direct een antwoord hebt.”
Begin: „Elke situatie is weer anders en vraagt dus om een ander aanknopingspunt. Probeer in elk geval naast de ander te gaan staan en te laten zien: ik ben niet beter dan jij, we moeten allebei van genade leven. Vervolgens kun je een vraag stellen of belangstelling tonen.”
Schaamte: „Je hoeft geen schaamte te hebben als je duidelijk bent. Als de ander hongerig is naar het Woord, werkt de Heere en vallen wij weg. Wij hoeven niet uit te dokteren hoe het moet gaan met een mens die voor het eerst een kerkdienst bezoekt, de Geest doet Zijn werk op Zijn wijze en naar Zijn wil.”
Reactie: „Zorg dat je bent toegerust, vanuit de Bijbel. Het zaad valt in de goede aarde, maar ook op de rotsbodem. Dat kunnen wij niet sturen. Wij kunnen wel onze verantwoordelijkheid nemen, zodat iemand die nu weigert Gods Woord te ontvangen straks niet zal kunnen zeggen: Ik heb het nooit geweten.”
Naam: Johan Krijgsman Functie: evangelist in Amsterdam
Kerkverband: Gereformeerde Gemeenten
Onverschilligheid: „Probeer ondanks de onverschilligheid toch interesse te hebben voor de persoon in kwestie. Verplaats je in de leefwereld van de ander. Probeer erachter te komen waarom iemand onverschillig is. Laat de onverschilligheid van de ander een stimulans zijn voor een luisterend gesprek, zonder waarschuwend vingertje. Achter de onverschilligheid schuilen vaak onzekerheid, ontevredenheid en onverzettelijkheid. Op den duur geldt echter ook: „Schud het stof van je voeten.””
Geen tijd: „Probeer iemand uit de tent te lokken door vragen te stellen of opmerkingen te maken. Begin met een opstapje over de dagelijkse dingen, bijvoorbeeld over de Olympische Spelen. Zoek aansluiting bij wat er leeft in de maatschappij. Dan zul je versteld staan van de tijd die men heeft.”
Angst: „Ga de drempel van de angst over en begin. Misschien ontdek je dan dat de vragen van de ander ook jouw vragen zijn. Samen ga je dan zoeken naar een antwoord en ervaringen delen. Wees hierin vooral authentiek. Het is toch niet erg als je je gesprekspartner vertelt dat je ook niet op alle vragen een antwoord weet? En heeft de Heere Jezus niet gezegd dat Hij je de woorden in de mond wil leggen?”
Begin: „Begin ontspannen. Lukt het vandaag niet, dan morgen misschien. En vertel ook iets van jezelf. Dan heb je kans dat de ander ook iets over zichzelf vertelt. Ook hier geldt dat je gerust mag beginnen met dat wat op dat moment De Telegraaf haalt. Je kunt ook rechttoe rechtaan een vraag stellen als: Je weet dat ik zondags naar de kerk ga, heb je enig idee wat daar gebeurt?”
Schaamte: „Als je je schaamt, klopt er iets niet in de gemeente waar je iemand mee naartoe neemt. Misschien moet er een kleine commissie komen die zulke mensen opvangt en begeleidt? Vraag jezelf af: Heb ik de ander goed voorbereid op de kerkgang? De persoon in kwestie verwacht niet anders dan dat je hem voorbereidt en dat er ‘regels’ in de kerk zijn. Aan de andere kant moet de gemeente ervoor zorgen dat buitenkerkelijken zich op hun gemak voelen. Dat houdt natuurlijk niet in dat je je huisregels aanpast.”
Reactie: „Wat dan nog? Het gaat toch niet om jezelf? De Heere Jezus heeft Zelf gezegd dat deze dingen ons zullen gebeuren. „Ze hebben Mij vervolgd en zullen ook u vervolgen.” Geef het in Zijn handen. Probeer de ander ook te begrijpen in zijn reactie. Daar zit altijd een verhaal achter.”