„Uit het vooronderzoek blijkt dat de verklaringen van ooggetuigen over het incident uiteenlopen en ook niet overeenkomen met die van de betrokken agenten”, aldus de ombudsman. Om die reden is het volgens hem onwaarschijnlijk dat verder onderzoek de precieze gang van zaken duidelijk zou maken.

Twee agenten hielden half juni in Rotterdam-Zuid een dronken man aan. Een omstander legde de arrestatie op film vast. Daarop is te zien hoe de agente de dronkaard enkele trappen geeft. Het filmpje leidde tot grote publieke verontwaardiging. Brenninkmeijer zegt overigens nog steeds de indruk te hebben dat de agente disproportioneel heeft gehandeld omdat er geen sprake was van noodweer. „Het vooronderzoek heeft die indruk niet kunnen weg nemen”, aldus de ombudsman.

De ombudsman vraagt zich vooral af in hoeverre het slachtoffer de agenten in eerste instantie zelf heeft geschopt. Dat is volgens hem niet met zekerheid vast te stellen. „Ook de geweldsrapportage over het schopincident blijkt deels een onjuiste inhoud te hebben. Deze onduidelijkheid baart mij ernstige zorgen, temeer omdat het onwaarschijnlijk is dat verder onderzoek de feiten wel precies boven tafel zou brengen.”

Zo zou de man hebben willen vluchten, staat in het verslag, maar dat bleek later niet het geval te zijn. Brenninkmeijer gaat naar aanleiding van dit politieoptreden in gesprek met de korpschef van Rotterdam-Rijnmond. Een woordvoerder van dat korps laat weten dat de politie zich baseert op de uitkomst van het „onafhankelijk en grondig” onderzoek van het Openbaar Ministerie. „De uitkomst van dit onderzoek omvatten de feiten”, aldus de politie.