Kerk & religie

Emeriti richten open brief aan hervormden

Bijna vijftig hervormd-gereformeerde emeriti predikanten doen in een open brief „een hartstochtelijk beroep om niet opnieuw het lichaam van Christus te breken.” Ze vragen alle hervormd-gereformeerden om, ook na een eventuele kerkfusie, „getrouw de plaats in de kerk en in de gemeente te blijven innemen.”

Kerkredactie
5 September 2003 20:28Gewijzigd op 14 November 2020 00:32

Initiatiefnemers zijn de emeriti predikanten D. van den Berg (Veenendaal), W. G. Gerritsen, (Oud-Alblas), W. Chr. Hovius (Apeldoorn), H. Veldhuizen (Wapenveld) en J. van Wier (Kampen). Ze schrijven in hun actieve dienst met grote betrokkenheid de ontwikkelingen rond de beoogde kerkvereniging te hebben gevolgd. Hoewel ze nu niet meer direct betrokken zijn bij het beleid inzake het Samen op Weg-proces, kunnen en willen zij zich echter niet onttrekken aan hun verantwoordelijkheid met betrekking tot de huidige ontwikkelingen. Daarom schrijven ze zich geroepen te voelen tot een „cri de coeur.”

„De jaren door hebben wij ingestemd met alle pogingen vanuit die sector in de kerk die zich gebonden weet aan de Schrift en de gereformeerde belijdenis, om de kerk te houden aan haar gereformeerde wortels”, aldus de briefschrijvers. „Dat die pogingen niet zonder uitwerking zijn gebleven, willen we met nadruk erkennen. Nu echter de laatste beslissingen over de kerkorde voor de verenigde kerk zijn genomen, wordt ruimte gecreëerd voor andere dan gereformeerde opvattingen. Wij moeten helaas ook constateren dat met name ten aanzien van huwelijk, ambt en sacramenten, opvattingen worden gehuldigd of getolereerd die tegen Schrift en belijdenis indruisen.”

De emeriti predikanten stellen in hun open brief dat de nieuwe kerkorde niet principieel, wel gradueel verschilt van de huidige hervormde kerkorde. „Wij hebben ons in prediking en pastoraat gebonden geweten aan de Schrift en de belijdenis. In de praktijk van het gemeenteleven hadden we echter dikwijls te maken met gedachtegangen en praktijken die daarmee niet in overeenstemming waren en toch in de Hervormde Kerk voorkwamen. Dat zorgde regelmatig voor pijn. Nochtans mogen we, ondanks onvolkomenheid in onze bediening, weten dat de God van het Verbond op onze ambtelijke dienst Zijn zegen heeft gegeven. In de lijn van het hervormd-gereformeerde voorgeslacht hebben wij, afhankelijk van onze Zender en vertrouwend op Zijn beloften, onze plaats in de kerk, die geen volstrekt gereformeerd karakter had, ingenomen. We konden de kerk om des gewetens wil niet prijsgeven.”

Nu de definitieve beslissing inzake kerkvereniging ophanden lijkt te zijn, zien de briefschrijvers met name in de hervormd-gereformeerde sector ontwikkelingen die, „in vergelijking met ons voorgeslacht, en ook in vergelijking met onszelf als de ondertekenaars van deze brief, duiden op veranderingen in zicht op de kerk. Met diepe zorg nemen wij waar dat zich breuken in de kerk dreigen voor te doen, waarbij vrijwel dezelfde argumenten worden gehanteerd als die van hen die in de negentiende eeuw de Nederlandse Hervormde Kerk verlieten. Dat deze breuken zich vooral lijken voor te doen in hervormd-gereformeerde gemeenten, ook in gemeenten die verschillenden van ons in liefde hebben gediend, maakt onze zorg alleen maar groter.”

De briefschrijvers zeggen niet eerder te hebben meegemaakt dat concreet werd opgeroepen met de Nederlandse Hervormde Kerk te breken. „Dat nu meldpunten voor afzonderlijke gemeenteleden worden aangereikt om aan te geven dat men niet meegaat met de verenigde kerk ervaren wij als schokkend. Wij beleven dit als ontrouw aan de erve der vaderen en aan allen die door alle stormen van dwalingen en afscheidingen heen, in de kerk en in de gemeente op hun post bleven. Wij vragen ons ook in diepe zorg af welke gevolgen deze breuken zullen hebben voor het nageslacht, zeker nu de kerk door de secularisatie in veel opzichten tot een kleine minderheid is geworden. Zal een nieuwe scheuring die secularisatie niet nog verder bevorderen? De gedachte daaraan breekt ons het hart.”

De emeriti predikanten schrijven dat de geschiedenis van de kerk heeft geleerd dat gemeenten weer tot nieuw leven kwamen onder de gereformeerde prediking. „Zijn daardoor mensen niet weer onder de beademing van het Woord gekomen? Zou dat in de kerk die zich aandient, niet mogelijk zijn? Is Gods hand verkort? Zou Zijn Woord niet meer de kracht hebben om te werken in de harten van mensen en in het geheel van de kerk? Zal het in de gemeenten in de verenigde kerk met betrekking tot de Woordverkondiging anders toegaan dan vandaag het geval is in de Hervormde Kerk? Wij doen daarom een hartstochtelijk beroep om niet opnieuw het lichaam van Christus te breken, maar, met inzet voor haar gereformeerde karakter, getrouw de plaats in de kerk en in de gemeente te blijven innemen.”

Ruim veertig emeriti predikanten hebben adhesie aan de open brief betuigd, onder wie: C. den Boer (Barneveld), J. Broekhuis (Barneveld), B. M. Meijndert (Soesterberg), L. Quist (Opheusden), J. M. de Raad (IJsselmuiden), C. van Schoonhoven (Hardinxveld-Giessendam); J. C. Schuurman (Barneveld); E. F. Vergunst (Ridderkerk), J. Verwelius (Veenendaal) en H. Visser (Barneveld).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer