Ware dankbaarheid
Johannes 12:3
„Maria dan, genomen hebbende een pond zalf van onvervalste zeer kostelijke nardus, heeft de voeten van Jezus gezalfd.”
Zie daar de ware dankbaarheid! Zie daar de ziel in de balsem uitgestort voor de Heere. Zie daar de discipelin aan de voeten des Heeren, haar Hogepriester, Profeet en Koning. Zie daar waarheen haar liefde uitgaat. Zie daar tot Wie zij zich een weg baant door allen, ongenodigd door de mensen, maar genodigd door de Heere! O heilige, onbeschaamde liefde! Zie hier de bruid met haar schone versierselen, meest om haar inwendig schoon te roemen, aan de voeten van de Bruidegom. Zie hier de specerijen vloeien en de bloemen reeds opengaan.
Nu, geef uw Heere dan uw hart en Zijn verarmde broeders en zusters uw gaven! „Want”, zegt Jezus, „de armen hebt gij altijd met u; maar Mij hebt gij niet altijd.”
L. G.C. Ledeboer, predikant te Benthuizen (”Een ABC door een Abéling”, 1845)