De predikant van de vrije oud gereformeerde gemeente in Oldebroek las Mattheüs 4:1-17. Centraal in zijn toespraak stond het laatste vers: „Van toen aan heeft Jezus begonnen te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.” Ds. Flapper legde uit dat Jezus begon te preken nadat de duivel had geprobeerd Hem in de woestijn te verleiden tot zonde. „De duivel had alles op alles gezet om de tweede Adam ten val te brengen. Jezus Christus zien we hier in beginsel triomferen, in beginsel de overwinning behalen over de kop van satan die vermorzeld zou worden.”

Het Schriftgedeelte vermeldt dat de Heere Jezus was gaan wonen in het Galilea der heidenen. „Kan daar iets goeds vandaan komen, vroeg Nathanaël. Daar was de duisternis het meest doorgedrongen. Daar begint Jezus te prediken. Niet zomaar, maar als de gevolmachtigde des Vaders. De Heere is niet in Jeruzalem begonnen. Hij is in het Galilea der heidenen begonnen. Zo doet de Heere het nog. Waar Nederland eertijds het Israël van het Westen werd genoemd, is het nu als het Galilea der heidenen. Zou daarvan niet moeten gelden: Wee u, Chorazin? Wee u, Bethsaïda? Maar de Heere is het Die goedertierenlijk verkondigers uitzendt van deze goede boodschap.”

Ds. Flapper gaf verder aan dat de oproep tot bekering in de tekst ontdekkend is. „Het betekent dat we onbekeerd zijn.” Maar, zo vervolgde hij, de oproep is nodigend en lieflijk bedoeld. „God heeft geen lust in de dood van zondaren, maar daarin dat zij zich bekeren en leven.”

Gouden medaille

Ds. H. Zweistra, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Nederhemert, sprak over de rede van Paulus op de Areopagus vanuit Handelingen 17:30-32. In het boek Handelingen, zo zei hij, gaat het om wat de verhoogde en verheerlijkte Christus doet. Hij is het die Paulus aanzette om het Evangelie in Athene te verkondigen. „Wordt u ook zo gedrongen om het Woord te verkondigen? Paulus zag de mensen in het licht van de nimmer eindigende eeuwigheid.”

In verband met de vele afgoden die in Athene werden gediend, ging ds. Zweistra in op de Olympische Spelen. „Het roept zo veel op bij jonge mensen, om daar je bestaan in uit te gieten. Die gouden medaille. Straks hangt die in een houten kastje aan de muur. Maar Paulus kon geen millimeter boven de afgodendienaars staan.” De predikant zei verder dat „het gruwelijk is om te zien dat mijn vlees ook na ontvangen genade niets gelooft van de opstanding waarover het in Handelingen 17 gaat, niets gelooft van de wederkomst, niets gelooft van de oordeelsdag die aanstaande is.”

Ds. J. van Rijswijk, predikant van de gereformeerde gemeente te ’s-Gravenzande, sprak naar aanleiding van Openbaring 22:16-21 over ”Een gebed om de wederkomst van Christus”. Ds. Van Rijswijk: „Waar is de bruid, waar is de gelovige hoorder die met Guido de Brès mag zeggen: Wij verwachten die dag met een groot verlangen? Wat zal het zijn als de heidenen ons voor zullen gaan?”

Ten bate van de stichting Mbuma, die het zendingswerk van de Free Presbyterian Church of Scotland in Zimbabwe en Kenia ondersteunt, werd een collecte gehouden. De zendingsmiddag trok ongeveer 300 belangstellenden.