Commentaar: Islamdebat blijft actueel
Wilders als kwajongen. Zo zette CU-kandidaat voor de Tweede Kamer Segers de leider van de PVV dinsdag in een interview met NRC Handelsblad neer. „Hij trekt belletje en rent dan gauw hard weg.”
Segers gaf daarmee een rake typering van de zwenking die de PVV-leider lijkt te hebben gemaakt. Was enkele jaren geleden voor hem de islam het grootste gevaar dat onze westerse democratie bedreigde, nu bepaalt het thema Europa zijn agenda. Over de islam hoor je Wilders nauwelijks meer. Zou het gevaar inderdaad inmiddels geweken zijn?
Dat laatste is beslist niet zo. Ook al behoef je niet, zoals Wilders vaak deed, alle islamieten over één kam te scheren; het is zeker waar dat er onder hen een groeiende groep is die kiest voor de meer extreme vorm van het mohammedanisme.
Verontrustend daarbij is dat deze aanhangers ook te vinden zijn bij het meer intellectuele deel van de moslims. Sprekend voorbeeld is dat de gastcolleges aan de VU van een Britse imam veel belangstelling van moslim-studenten trokken.
Dat islamisering vooral verklaard moet worden uit de sociale achterstand van groepen, is dus niet langer vol te houden. Er is groeiend missiebewustzijn en verbale strijdbaarheid waar te nemen onder islamitische jongeren in allerlei sociale lagen.
Natuurlijk is het nog steeds zo dat niet-moslims in West-Europa veruit in de meerderheid zijn, maar dat betekent niet dat de waakzaamheid kan afnemen. Integendeel, er bestaat nog steeds het risico dat de invloed van moslims ongewenste omvang krijgt.
Wie daar iets tegenover wil stellen, moet wel de juiste aanpak kiezen. Te vaak laten mensen die verontrust zijn over de islamisering zich verleiden tot ongenuanceerde uitspraken. Dat deed Wilders ook. Zoiets klinkt inderdaad heel ferm. Maar wie denkt de problematiek te lijf te kunnen gaan met krachtige oneliners heeft bijvoorbaat verloren. En omdat de materie te ingewikkeld is, en omdat de meeste oneliners in de praktijk geen begin van een oplossing bieden.
Binnen de gereformeerde gezindte is men nogal eens geneigd om in elke moslim een terrorist te zien. Dat is onjuist. Vele aanhangers van de islam keuren het gebruik van geweld volstrekt af. Er zijn ook duizenden moslims die voor geen goud naar strengislamitische landen zouden willen verhuizen omdat de gewetensdwang daar ongekend is. Het gaat niet aan om deze mensen als vertegenwoordigers van de strenge islam te zien.
Binnen meer libertijnse kringen is men echter geneigd de ogen te sluiten voor de schaduwzijden van een deel van de islam. Weliswaar is de tijd voorbij dat men in het publieke debat geen enkele kritiek op moslims mocht uitoefenen, maar er is nog steeds een groep die onmiddellijk op de kast springt als er forse kritische noten worden gekraakt.
Juist in deze tijd waarin de democratische samenleving onder druk staat, is het van belang een open en eerlijke discussie over de positie van de islam in West-Europa te voeren. Wie daar niet aan wil, of denkt dat dit debat niet meer relevant is, maakt een denkfout.