Milieu in Afrika holt achteruit
De link tussen milieuverontreiniging en stijgende armoede in Afrika berust niet langer op anekdotisch bewijs. Een nieuw rapport van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) bevestigt het bestaan van een neerwaartse spiraal waarin armoede en milieuproblemen elkaar versterken. Armen en vooral vrouwen zijn de eerste slachtoffers.
Arme mensen zijn het meest kwetsbaar voor milieuproblemen als overstromingen, aanhoudende droogte en de opkomende effecten van wereldwijde klimaatverandering. Ze hebben bescherming nodig”, stelt het rapport van de UNDP.
De organisatie verzamelde statistische gegevens van Afrikaanse landen en lokale milieugroeperingen. Die zullen het in de toekomst mogelijk maken het resultaat van acties te toetsen en argumenten voor strengere milieuwetten geloofwaardiger te maken.
Verhoudingsgewijs worden arme vrouwen en meisjes het ergst getroffen door een achteruitgang in het milieu in Afrika, want zij verzamelen brandstof, veevoer en water. Momenteel besteden Afrikaanse vrouwen tot drie uur per dag aan water halen alleen. Ontbossing dwingt hen steeds verder te lopen voor water en voor brandhout”, stelt de UNDP.
Het bosbestand in de landen onder de Sahara is er de laatste tien jaar op achteruitgegaan. Het ergst is het gesteld met Zambia, met een achteruitgang van het percentage bebost land van 53,3 in 1990 naar 42 in 2000, Zimbabwe (57,5 naar 49,2) en Liberia (38,1 naar 31). Ontbossing ook in het droge Botswana (24 naar 21,9 procent), Kameroen (56 naar 51,3 procent) en Ghana (33,1 naar 27,8 procent). Swaziland zou meer bos bezitten, van 27 procent naar 30,3 procent, maar volgens plaatselijke milieugroeperingen komt dat door de aanplanting van commerciële bossen, terwijl de oorspronkelijke bossen nog steeds worden gekapt, onder meer door de steeds groeiende aantallen plattelandsarmen, die brandhout en landbouwgrond nodig hebben.
Thabo Zuma, een Zuid-Afrikaanse milieuactiviste, geeft aan wat de cijfers in de praktijk betekenen: miljoenen Afrikaanse vrouwen moeten steeds verder lopen voor water, de habitat van ontelbare vogels en zoogdieren wordt vernield, en boeren verliezen landbouwgrond omdat beschermende stroomgebieden in het bos verdwijnen en overstromingen de bovenste vruchtbare laag wegspoelen.”
Het UNDP-rapport ziet een duidelijke link tussen overbevolking en bedreiging van het milieu. Als er minder kinderen worden geboren, daalt de kindersterfte. Zo neemt de druk op het milieu af. Landbouwgrond en natuurlijke omgeving worden minder bedreigd en de armoede neemt af”, zegt Shelia Dube, onderzoekster bij Women in Law in Zuidelijk Afrika.
Afrikaanse milieubeschermers stellen dat aids de eerste oorzaak is van de dalende levensverwachting in de Afrikaanse landen onder de Sahara (momenteel 28,7 jaar, tegenover 55,5 in Azië en 58 in Latijns-Amerika), maar dat ook de achteruitgang van het milieu een rol speelt. Verontreinigde rivieren kunnen dodelijk zijn, vooral in regio’s waar ze de voornaamste bron van water zijn.
Voor diverse landen bestaan geen cijfers over de toegang tot zuiver water. Waar ze er wel zijn, geven ze over het algemeen een vooruitgang, hoewel de cijfers vaak laag blijven. In Ivoorkust ging de situatie er licht op vooruit (72 procent van de inwoners heeft toegang tot veilig water, tegenover 96 in 1990), net als in Malawi (van 43 naar 44 procent), Namibië (van 63 naar 67 procent)en Zimbabwe (69 naar 73 procent). De vooruitgang was duidelijker in Burundi (67 naar 77 procent), Kameroen (32 naar 39 procent), Kenia (31 naar 42 procent), Nigeria (37 naar 49 procent) en Uganda (40 naar 47 procent). Echt goed scoren de Centraal-Afrikaanse Republiek (van 35 naar 57 procent), Ghana (van 36 naar 62 procent) en Zambia (van 28 naar 48 procent). Deze landen maakten een nationale wetgeving om de waterbevoorrading te verbeteren.
Alleen in Ethiopië ging de waterveiligheid erop achteruit. Niet meer dan 12 procent van de bevolking beschikt over een duurzame voorraad water van aanvaardbare kwaliteit. Een decennium geleden was dat nog 17 procent.