Het is goed dat ook godsdienstige gevoelens in Duitsland wettelijk worden beschermd, verklaarde EKD-perswoordvoerder Reinhard Mawick vrijdag desgevraagd tegenover de protestantse nieuwsdienst Idea. „Maar ik geloof niet dat een aanscherping van de blasfemieparagraaf het aanzien en de positie van religieuze gemeenschappen ten goede komt. Hier moet elk geval op zichzelf worden beoordeeld, ook in het licht van de vraag of blasfemie de interne vrede in Duitsland verstoort.”

Mawick reageerde op een uitspraak van de rooms-katho­lieke aartsbisschop Ludwig Schick (Bamberg), die woensdag stelde dat godslastering strenger gestraft dient te worden. „Wie de gevoelens van de gelovigen met spot en hoon krenkt, moet worden terechtgewezen en in voorkomende gevallen ook worden gestraft”, aldus de aartsbisschop. Schick riep op tot een „wet tegen het bespotten van religieuze waarden en gevoelens” die niet alleen het christendom, maar alle religies beschermt. Spot en satire ten opzichte van religieuze gevoelens schenden de menselijke waardigheid, zo zei hij. Op dit moment kan volgens het Duitse strafrecht het „beledigen van confessies” alleen dan gestraft worden als verstoring van de openbare orde dreigt.

In Duitsland speelt sinds half juni een discussie rond het thema godslastering. Aanleiding vormt een essay van Martin Mose­bach uit Frankfurt, een van de bekendste Duitse auteurs, in de Berliner Zeitung. Daarin beargumenteert hij „waarom het de kunst en het sociale klimaat ten goede zou komen als blasfemie weer strafbaar wordt gesteld.” Want momenteel is godslastering, „wanneer zij 
zich niet tegen de profeet Mohammed richt, volstrekt risicoloos.”

Van christelijke zijde komt veelal nauwelijks protest, signaleerde Mosebach. „Ook bisschoppen kijken verlegen de andere kant op wanneer er sprake is van godslastering. Zij willen die simpelweg niet zien, om maar geen stelling te hoeven nemen. Maar sinds er in Duitsland een sterke islamitische minderheid woont, is er plotseling weer muziek in de zaak gekomen.”

Mosebach kreeg steun van de vooraanstaande Duitse filosoof Robert Spaemann. In de Frankfurter Allgemeine Zeitung stelde deze „op z’n Duits: alleen de mohammedaanse religie geniet nog de bescherming van de wet; niet de christelijke. Want christenen reageren op belediging niet met geweld, moslims echter wel, en echt niet alleen „islamisten.””

In zijn artikel vroeg Spaemann zich wel af wíé de –seculiere– staat dan moet beschermen: God of de gelovigen. De laatsten, wat hem betreft. „God hoeft niet beschermd te worden. Hij is het, Die beschermt. Beschermd moeten echter worden mensen wie het om God gaat, mensen die aan God geloven. Zij zijn het, die door belediging van hun religie beledigd worden, en wel zwaarder en dieper dan door belediging van hun eigen persoon.”

Behalve de Evangelische Kirche in Duitsland hebben inmiddels ook woordvoerders van verschillende fracties in de Bondsdag (het Duitse parlement) –SPD, Bündnis ’90/Die Grünen en Linkspartei–zich tegen een aanscherping van de wetgeving uitgesproken.

Lees ook Duitse filosoof: bescherm religieuze gevoelens burger