Ruzie Zuid-Korea en EU loopt op
De ruzie tussen Zuid-Korea en de Europese Unie over vermeende subsidiëring van de scheepsbouwindustrie is verder opgelopen. De Zuid-Koreaanse regering maakte woensdag bekend dat ze een klacht bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft neergelegd over Europese steun aan scheepsbouwers.
Zuid-Korea reageert op eenzelfde klacht van de EU over Zuid-Koreaanse bevoordeling van de eigen industrie, die sinds juli door de WTO wordt onderzocht. Tussen beide partijen is vier jaar onderhandeld over een bilaterale oplossing, maar die bleef uit, waardoor een WTO-geschillencommissie nu een oordeel moet vellen. In het uiterste geval kan de handelsorganisatie toestemming geven voor sancties.
Sinds 1995 is de WTO het onderhandelingsforum voor de liberalisering van de handel in landbouwproducten, industriegoederen en diensten. Volgende week, van 10 tot 14 september, houden de 146 lidstaten een topconferentie in het Mexicaanse toeristenoord Cancun.
Volgens de EU is het succes van Zuid-Korea te danken aan oneerlijke concurrentie. Met hulp van subsidies zouden de Zuid-Koreaanse werven 10 tot 15 procent onder de kostprijs werken. Van der Giessen-de Noord, een van de laatste zeescheepsbolwerken in ons land, kon daar niet tegen opboksen en werd daarom vorige maand door moederonderneming IHC Caland gesloten.
Zuid-Korea meent dat het concurrentievoordeel het gevolg is van lagere productiekosten. Ook de devaluatie van de eigen munteenheid, de won, ten tijde van de Azië-crisis eind jaren negentig zou nu nog gunstig uitwerken op het aantal orders. Het land is de grootste scheepsbouwer ter wereld. De werven in het land ontvingen in de eerste zes maanden van dit jaar orders voor 233 schepen, een recordaantal.
In reactie op de vermeende subsidiëring door Zuid-Korea is de EU al akkoord gegaan met tijdelijke ondersteuning van de Europese scheepsbouwers. Voor Van der Giessen-de Noord kwam dit te laat. De Zuid-Koreaanse klacht richt zich op de tijdelijke maatregelen.
Intussen heeft minister Brinkhorst van Economische Zaken laten weten zich te hebben verbaasd over de matheid waarmee de Tweede Kamer vorige week sprak over de Nederlandse inzet bij de komende WTO-conferentie. Als veteraan in de internationale handelspolitiek had hij anders verwacht. Er staat in Cancun zo veel op het spel dat volgens Brinkhorst actieve betrokkenheid is gerechtvaardigd. De WTO zal er proberen de kwakkelende wereldeconomie een impuls te geven door meer vrijhandel te bewerkstelligen.
Ook Nederland kan profiteren. „We zitten nu in een recessie omdat we te duur en te ouderwets zijn, maar dit betekent niet dat we maar protectionistisch moeten worden. Denk alleen aan de voordelen voor de haven in Rotterdam als de wereldhandel harder groeit.” Brinkhorst, die veel internationale ervaring heeft, is gevraagd als vice-voorzitter tijdens de conferentie op te treden. Mogelijk krijgt hij het politiek gevoelige landbouwdossier onder zijn hoede. De top in Cancun is van groot belang omdat de besprekingen verre van soepel verlopen. Geen enkele deadline is tot dusver gehaald.
Lichtpuntjes zijn er wel. Zo bereikte de WTO afgelopen weekeinde na twee jaar onderhandelen een akkoord over goedkope medicijnen voor ontwikkelingslanden en ligt er een gezamenlijk Europees-Amerikaans voorstel voor liberalisering in de landbouwsector.
Vooral de samenwerking tussen de Europese handelscommissaris Pascal Lamy en de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger Robert Zoellick is voor Brinkhorst van groot belang. „De chemie tussen die twee is heel belangrijk. Dit heeft toch het landbouwakkoord opgeleverd. Lamy heeft daarmee laten zien dat hij geen typische Fransman is die alleen maar de landbouw beschermt en Zoellick is geen Amerikaan die vindt dat vanuit Texas de wereld moet worden geregeerd.”
Brinkhorst sprak Zoellick begin augustus nog en proefde toen dat de Amerikanen er alle belang bij hebben dat Cancun een succes wordt. „De VS willen het signaal afgeven dat ze partner zijn in de wereld als geheel. Unilateralisme op handelsterrein werkt contraproductief en de VS wiebelen al op de rand van een recessie. Bovendien weet Zoellick dat als Cancun niet slaagt, het bijna uitgesloten is om de ronde eind 2004 af te wikkelen. En dan ben je al gauw weer een of twee jaar verder.”
Hoewel de EU behoorlijk eenzaam staat met onderwerpen als voedselveiligheid, plattelandsbescherming, dierenwelzijn en milieu, meent Brinkhorst dat de EU zich hard moet maken om die een plaats te geven binnen de WTO. „Deze ”non-trade concerns” worden door anderen gezien als verkapt protectionisme. Maar het gaat hier om echte zorgen. Dit geldt zeker voor de kwaliteit van ons voedsel.”