Voor de ene koster is het vakantietijd, de ander moet tandje bijzetten
APELDOORN – Niet voor iedereen betekent vakantie ”rust”. Voor kosters in vakantieplaatsen is het ’s zondag extra druk in deze tijd. Ze zien het aantal kerkgangers soms wel verdriedubbelen. Vier van hen vertellen hierover.
B. den Boer is al veertig jaar koster in de gereformeerde gemeente in Burgh-Haamstede. Zijn zoon Dirk is hulpkoster. „Ik help mijn vader al sinds hij koster is.”
De gemeente telt zo’n 130 (doop)leden, maar in de zomer verdriedubbelt het aantal kerkgangers, vanwege de vakantiegasten in de Zeeuwse plaats. „Het gebeurt wel dat er 300 gasten bij ons kerken”, aldus Dirk. „Dan gaan de wanden van de aangrenzende zaal open, zodat er plaats is voor 200 mensen extra.”
Per 1 januari houdt vader Den Boer het voor gezien. „Ik ben dan 85, het is dan wel tijd om te stoppen”, stelt hij. Vanwege het vertrek van Den Boer is er een vacature ontstaan. Zijn zoon gaat hier niet op solliciteren. „Ik spring graag bij, maar ik woon te ver bij de kerk vandaan om het volledige kosterschap op me te nemen.”
Vader doet het werk nu nog altijd met plezier, vertelt zijn zoon. „Het is ook prettig om het met zijn tweeën te doen, zeker in de zomer. Eén kan dan als verkeersregelaar optreden op het terrein rond de kerk, en de ander geeft de mensen in de kerk een plaats.”
Zondagmorgen zijn er dubbele diensten gepland in de kerk. „Er komen namelijk twee vakantiekampen van elk zo’n veertig man. Dan past al het kerkvolk niet tegelijk in de kerk”, zegt Dirk. „Wij kijken elke week hoeveel mensen we ongeveer kunnen verwachten. We zoeken dan uit of er zomerkampen komen en of het bouwvak is in het midden van het land. Daar komen namelijk de meeste mensen vandaan.”
De vakantietijd heeft als bijkomend voordeel dat er een aantal gastpredikanten in het vacante Burgh-Haamstede komt preken. „Zij houden dan vakantie in de pastorie van de kerk.”
Vriezenveen
F. Dekker uit het Overijsselse Vriezenveen is koster van de hersteld hervormde gemeente in zijn woonplaats.
In de Bethelkerk verdubbelt het aantal kerkgangers ’s zomers, waardoor er rond de 400 mensen in de kerkbanken plaats nemen. „We trekken dan de zaal van het verenigingsgebouw erbij”, vertelt Dekker. „Er zit een schuifwand tussen de kerkzaal en de verenigingsruimte, dus dat is goed te doen.”
De gepensioneerde Dekker is drie jaar koster, sinds zijn voorganger vanwege een ongeluk zijn taken niet meer kon uitvoeren. „Voor die tijd was ik al hulpkoster en deed ik dienst bij bruiloften en begrafenissen.” Gelukkig hoeft hij ’s zomers zijn werk niet alleen te doen. „Mijn zoons, die hier ook kerken, helpen me vaak een handje.”
Hoe zit het met de ventilatie in een kerkzaal, als het bezoekersaantal flink toeneemt? „Dat gaat prima, we zetten gewoon de deuren open. Ik heb als koster nog niet meegemaakt dat er iemand onwel werd.”
Driesum
In de hervormde kerk van het Friese Driesum nemen zes kosters om en om de diensten waar. Ieder een maand lang.
Doordeweeks springt J. Dantuma vaak bij, tijdens rouw- en trouwdiensten. Onlangs werd hij ouderling. „Ik was eerder al 28 jaar ouderling en ben dat sinds een halfjaar weer. Dit is niet te combineren met het kosterschap op zondag, vandaar dat ik ermee ben gestopt.”
Afgelopen zondag zaten er zo’n dertig tot veertig vakantiegangers in de Driesumse hervormde kerk, schat Dantuma. „Er kwam zelfs een gezin met twee kleine kinderen lopen vanuit Dokkum. Dat is zo’n 6 kilometer hiervandaan. Ze wilden onze predikant eens beluisteren.”
Een extra dienst hoeft de gemeente vanwege de vakantiegasten niet te beleggen. „Ze kunnen er gewoon bij.” De kosters in de Friese plaats zijn goed voorbereid op calamiteiten, vertelt Dantuma. „We hebben een brancard en een rolstoel, die zijn wel eens van pas gekomen als iemand onwel werd. Verder zijn er twee bhv’ers in de kerk, die kunnen helpen als dat nodig is.”
Beekbergen
L. van de Craats kostert in de Eben-Haëzerkerk van de gereformeerde gemeente in Beekbergen. De tijd dat mensen in de zomer op uitschuifjes zaten, is voorbij, vertelt hij. „Ik heb dat niet meegemaakt, maar weet dat dit vroeger wel het geval was. Nu zijn er op zijn hoogst rond de 100 gasten in de dienst, naast de 550 leden en doopleden.”
Drukker is het wel voor de koster, omdat hij de gasten stuk voor stuk een plaats moet wijzen. „Wij hebben in de kerk vaste plaatsen. Als ik weet dat er een gezin van vijf personen weg is, wijs ik een gezin dat ongeveer even groot is naar die bank. Soms komt er een grote groep, bijvoorbeeld een gehandicaptenkamp. Daar moet je dan ook plaatsen voor vinden.”
De laatste jaren zijn er parkeerwachters aangesteld buiten de kerk. Zij komen ’s zomers wat eerder, om het verkeer in goede banen te leiden. „Dat is wel nodig, want anders wordt het echt een chaos.”
Fulltime koster is hij niet. „Ik ben mede-eigenaar van een schildersbedrijf”, vertelt Van de Craats. „Het werk kan ik goed met het kosterschap combineren, omdat het ’s winters druk is in de kerk, vanwege het gemeentewerk. Het schilderwerk is dan juist wat minder. In de zomer is dat precies andersom, dan ben ik vooral druk met het schilderwerk en is het in de kerk rustiger.” Op de zondagse diensten na.