„Misdaadtop China achter Dover-zaak”
Advocaat J. Boone heeft maandag bij het hof in Den Haag gezegd over informatie te beschikken die uitwijst dat de verdachten in de Dover-zaak werden aangestuurd door een Chinese top.
Een Chinese man die in Rotterdam gevangenzit vanwege onder meer moord heeft Boone verteld dat een Chinese vrouw met de bijnaam ”Sister P.” de scepter over de smokkelorganisatie in Nederland zwaaide.
Een aantal van de tien verdachten van de Dover-smokkelzaak, een transport van zestig illegale Chinezen van Rotterdam naar Engeland waarbij 58 Chinezen het leven lieten, werd vorig jaar door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld voor onder meer het leidinggeven aan een smokkelorganisatie.
Volgens Boone, die een van de hoofdverdachten, H. D., bijstaat, kan zijn bron verandering in dat beeld brengen. Het hof heeft dan ook besloten de desbetreffende Chinees als getuige te horen.
Doel van de advocaten de komende weken is onder meer helderheid te brengen in de structuur van de smokkelorganisatie. Het gaat hen er dan vooral om aan te tonen dat de huidige acht verdachten maar „kleine visjes” zijn. De grote bazen zijn volgens de advocaten buiten schot gebleven.
De raadslieden hebben goede hoop meer te weten te kunnen komen over de Chinese top van de smokkelorganisatie. De informatie waarmee Boone op de proppen is gekomen kan daarbij een cruciale rol spelen. De Chinees met wie Boone heeft gesproken, is de echtgenoot van een vrouw die ook in verband is gebracht met Dover-zaak. Deze vrouw zou een buitenechtelijke relatie hebben gehad met G. O., de hoofdverdachte.
De Chinese man zou hebben gezegd dat omdat hij gevangengenomen was, O. zijn plaats in de smokkelorganisatie tijdens het Dover-transport had ingenomen. De leiding over de transporten zou volgens hem liggen bij ”Sister P.”. Zij gaf volgens de Chinees de bevelen.
De verdachten werden vorig jaar door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld tot gevangenisstraffen tot negen jaar. De rechtbank achtte de doodslag op 58 gesmokkelde Chinezen niet bewezen. Wel was de verdachten volgens de rechtbank dood door schuld aan te wrijven. De gevangenisstraffen vielen hierdoor vele malen lichter uit dan justitie had gewild.
De 58 Chinezen stikten in de laadruimte van de vrachtwagen die met de boot onderweg was van een loods in het Rotterdamse havengebied naar Engeland. Toen het smokkeltransport in Engeland aankwam en de politie de vrachtwagen controleerde, bleken maar twee van de zestig gesmokkelde mensen het transport te hebben overleefd. De Chinezen bleken al een hele reis achter de rug te hebben. Voor de trip naar „het beloofde land” hadden Chinezen tienduizenden guldens moeten betalen.