Nog maar eenderde tevreden over overheid
Nog maar één op de drie Nederlanders is te spreken over de overheid. Niet meer dan 35 procent vond in 2002 dat de overheid goed functioneert. In 2000 was dit nog 65 procent.
Van de bevolking was vorig jaar 59 procent tevreden met de regering. Twee jaar eerder was dat nog 77 procent. Dat staat in het rapport De Sociale Staat van Nederland 2003, dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) donderdag heeft gepubliceerd.
Over hun eigen situatie zijn Nederlanders over het algemeen positief. Als het gaat om gezondheid, werk, opleiding en inkomen is men zelfs zeer tevreden. Maar over de samenleving als geheel en de politiek is veel onvrede, wat een belangrijke verandering is in vergelijking met de voorgaande jaren.
Mensen klagen steeds vaker dat de overheid te weinig doet aan de wachtlijsten in de zorg, de files en de vertragingen in het openbaar vervoer. Ook de toenemende criminaliteit, de afnemende leefbaarheid en lesuitval in het onderwijs zorgen voor meer ergernis.
Voor de hand ligt de constatering van het SCP dat de oplopende werkloosheid en aantasting van de sociale zekerheid steeds meer protesten oproepen. Tussen voorjaar 2002 en voorjaar 2003 steeg de werkloosheid met 40 procent tot ruim 400.000 mensen (5,4 procent van de beroepsbevolking). In de tweede helft van de jaren ’90 steeg de gemiddelde koopkracht nog met 8 procent. Voor 2003 wordt een daling verwacht van ongeveer 1 procent.
Ondanks de dalende conjunctuur willen Nederlanders dat er meer geld komt voor zorg, onderwijs, politie en justitie.
Overigens was de politieke onvrede begin dit jaar wel lager. En sinds vorig jaar zijn mensen meer geïnteresseerd in politiek, en daar ook actiever in. Ze worden weer vaker lid van een politieke partij.
Van de Nederlanders voelt één op de vijf (19 procent) zich zeer betrokken bij de schokkende gebeurtenissen van de afgelopen jaren. Bovenaan staan de aanslagen van 11 september 2001 en de moord op Pim Fortuyn (6 mei 2002). Maar de helft voelt zich daarbij „slechts in lage mate” betrokken.
Het opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking neemt nog steeds toe. Verliet in 1994 nog eenderde van alle jongeren in lbo/mavo het onderwijs, in 2000 was dit gedaald tot een kwart. Steeds meer voortijdige schoolverlaters beginnen weer aan een opleiding: in 2001 was dit bijna de helft, in 1998 eenderde.