De Bijbel bestuderen in islamitisch Sudan
KHARTOEM – Achter een lange muur langs een drukke straat in Khartoem verschuilt zich een aantal bescheiden gebouwtjes. Het is de huisvesting van het Nile Theological College: een theologieopleiding in islamitisch Sudan.
Het is zomer, maar in de bibliotheek van het Nile Theological College zit een aantal studenten geconcentreerd te werken. Een ventilator aan het plafond zoemt. Op de kasten staan wat grote platen met Bijbelse figuren en teksten. De bibliotheek bestaat uit twee eenvoudige ruimten: een met Arabischtalige theologische lectuur en een met Engelstalige werken.
De plaatsvervangend rector van de school, ds. Musa Kody, laat enthousiast de ruimten zien. Hij vertelt dat de instelling twee studies aanbiedt: theologie en christelijk onderwijs. De eerste leidt onder meer op tot predikant, de tweede tot leraar. In beide opleidingen is er plaats voor in totaal zestig studenten.
Of de instelling dat aantal het komende cursusjaar haalt, is echter maar de vraag. Na de afscheiding van Zuid-Sudan, juli vorig jaar, is de Engelstalige tak van de opleiding naar het nieuwe land verhuisd. „We hebben er een enorm stuk grond toegewezen gekregen”, zegt Kody. Het aantal studenten in Khartoem ligt momenteel op 57.
Kody laat frisdrank aanrukken en wijst het bezoek in zijn werkkamer een stoel. „De kerk van Sudan maakt een moeilijke tijd door”, zegt de pastor dan. „De vrijheid om te geloven wordt gaandeweg ingeperkt.” Hij wijst op het geweld tegen kerken en kerkelijke instellingen, zoals de Bijbelschool in Khartoem. Uiteraard heeft het veranderde klimaat ook zijn weerslag op het functioneren van de school.
De penibele economische situatie van Sudan blijft evenmin zonder gevolgen. Om inflatie te voorkomen hanteert de Sudanese regering bijvoorbeeld strikte regels voor de import van buitenlandse valuta, zoals Amerikaanse dollars. „We krijgen vanouds veel steun uit het buitenland”, zegt een medewerker van de school die ook is aangeschoven. „Vanuit de Verenigde Staten is het echter nog nauwelijks mogelijk geld over te maken. Sommige instanties hebben de donaties daarom al stopgezet.”
Vicerector Kody wil echter niet somber zijn over de toekomst. Het gegeven dat de kerk van Sudan krimpt en onder druk staat, onderstreept voor hem alleen maar het belang van goed theologisch onderwijs. „We zijn ook niet afhankelijk van het aantal mensen in de kerk”, merkt hij op. „Het gaat er uiteindelijk om dat er een kerk is van echte gelovigen die Jezus in alles willen navolgen.”
Het vertrek van veel kerkleden naar Zuid-Sudan is in dit licht relatief, aldus Kody. „Ik zeg het voorzichtig, maar onder de vertrokken Zuid-Sudanezen waren er ook veel die vooral uit traditie christen waren. Zelfs sommige pastors hielden er openlijk heidense rituelen op na.”
Het Nile Theological College werd ruim twintig jaar geleden opgezet door twee verschillende kerken: de Sudan Evangelisch-Presbyteriaanse Kerk, die wortels heeft in Egypte, en de Presbyteriaanse Kerk van Sudan. De school telt inmiddels echter ook veel studenten uit andere kerkverbanden.
De laatste tijd is er meer uitwisseling tussen christenen van verschillende kerken in Sudan, merkt Kody op. „In een bepaald opzicht helpt het de kerk dat we nu kleiner worden. Het maakt de gemeenschap hechter en bindt christenen uit verschillende tradities samen.”
Kody denkt er niet over Sudan te verlaten. „Ik geloof dat God hier een plan met me heeft. Er moet veel werk worden verricht. Het is van groot belang dat er hier een kerk blijft als teken van Gods koninkrijk. De kerk is hier werkelijk een zout en een licht.”