De slachtoffers zijn minister Daoud Rajha en onderminister Assef Shawkat, een zwager van president Bashar al-Assad. Zij zijn voor zover bekend de hoogste personen uit het regime die tijdens de opstand zijn gedood. Sommige bronnen meldden dat de aanslag is gepleegd door een lijfwacht die werkte voor de naasten van Assad.

In het gebouw in het centrum van Damascus waren ministers bijeen voor een bespreking met veiligheidsfunctionarissen, toen de bom explodeerde. Er zijn meerdere zwaargewonden, onder wie de minister van Binnenlandse Zaken. Een bericht dat ook hij was omgekomen, is tegengesproken door het bewind. Zijn toestand zou stabiel zijn. Volgens activisten hebben elitetroepen een ziekenhuis in Damascus afgegrendeld nadat daar gewonden van de aanslag waren binnengebracht.

Twee groeperingen zeggen dat ze de aanslag hebben gepleegd. Een daarvan is het Vrije Syrische Leger, de rebellen die tegen het regime vechten.

Het Vrije Syrische Leger kondigde dinsdag een zware strijd aan. De rebellen spraken van „de vulkaan van Damascus en de aardbeving van Syrië”. Een woordvoerder zei woensdag dat de aanslag „de vulkaan is waar we het over hadden. We zijn net begonnen”. Ook de radicale rebellengroep Brigade van de Islam zegt „het crisiscentrum” te hebben aangevallen.

Bij een belangrijke legerbasis in Damascus zijn later woensdag vijf explosies gehoord. Wat er precies aan de hand is, is niet duidelijk.

VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon zei in een reactie op de aanslag dat de situatie in Syrië „buitengewoon ernstig” is.