Hij zit deze woensdag te oefenen op het orgel van de Grote Kerk in Nijkerk. Geen onbekend instrument voor Diederik, want zijn vader is hier hoofdorganist. Geregeld is Diederik dan ook zondags bij de klavieren te vinden. Om te registreren. Of om soms zelf een psalm te begeleiden. „Ik ben een soort organist in opleiding. Dat bevalt me wel.”

Het orgel in Nijkerk stamt uit 1756. Het is een „heel barok instrument”, zegt Diederik. Dus muziek van Bach komt er goed op tot haar recht. Daar is Diederik ook mee bezig. Op de lessenaar staat de virtuoze Preludium en Fuga in G BWV 541. Een van de werken die hij mee wil nemen naar Haarlem. Daar zal hij onder leiding van de internationaal vermaarde Britse organiste Margaret Philips de puntjes op de i gaan zetten. Het is de bedoeling dat de nootjes er dan in zitten. Tijdens de lessen op het Müllerorgel van de Haarlemse Bavo gaat het om de uitvoering. Diederik is zo te horen een heel eind. Hij heeft vakantie, dus hij kan veel oefenen deze dagen.

Twee jaar geleden werden tijdens het Internationaal Orgelfestival Haarlem voor het eerst masterclasses voor YoungTalents georganiseerd. Deze keer wordt die mogelijkheid weer geboden. Een kleine groep „internationaal toptalent in de leeftijd van 13 tot 18 jaar” wordt geselecteerd en krijgt zes dagen lang les van een Bachkenner (Margaret Philips) en een Franse toporganist: Olivier Latry van de Notre Dame in Parijs. Met de laatste zitten de jonge organisten drie dagen op het romantische orgel van de Haarlemse Philharmonie.

Diederik vond het een uit­daging zich aan te melden voor de YoungTalents-groep. Samen met zijn leermeester Willem van Twillert studeerde hij werken van Bach en Vierne in en nam ze in Nijkerk op. Nadat hij de opname had ingestuurd, kreeg hij in maart te horen dat hij was geselecteerd voor de masterclasses. Als enige Nederlander; de andere zes komen uit Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Ierland, Amerika en Polen.

Diederik wil zich grondig voorbereiden. Dat doet hij meestal thuis in Nijkerk, op een elektronisch orgel. Daarnaast oefent hij wekelijks in de Opstandingskerk, waar een orgel van Van Vulpen staat, en soms ook in de Grote Kerk. Allebei de kerkorgels zijn goed geschikt voor de muziek van Bach. Diederik moet echter ook werk van César Franck instuderen. Hij laat de ”Pièce héroïque” horen. Dat is nog vrij lastig registreren op het instrument uit 1756. En hier en daar is het klavier te kort. „Je moet wat kunstgrepen toepassen”, zegt hij nuchter.

Diederik begon acht jaar ge­leden met pianospelen. Vijf jaar later vond hij het leuk om ook op orgelles te gaan. Eerst gaf zijn vader hem les, twee jaar geleden kwam hij bij Willem van Twillert in Amersfoort terecht. „Die heeft als visie dat hij meteen met grote stukken begint”, zegt Diederik. Vandaar dat hij nu al met Bach en Franck in zijn tas naar Haarlem kan.

Hij gaat op het Johannes Fontanus College in Barneveld naar vwo 6. Volgend jaar moet hij kiezen. Wordt het conservato­rium? „Ik denk het wel, bijvoorbeeld in Amsterdam, bij Jacques van Oortmerssen. Dan wil ik ook piano vasthouden, want dat vind ik nog steeds leuk. En ik doe er graag iets naast, want het is moeilijk om met muziek je brood te verdienen.”