Ds. P. Nagel: Vertel christelijke boodschap in twee minuten
WOERDEN – Hij begon 25 jaar geleden als zendingspredikant in Peru. Dezelfde missionaire bewogenheid drijft hem nog steeds, maar dan voor Nederland. Ds. P. Nagel, hervormd predikant te Woerden, stond op 5 juli een kwarteeuw in het ambt.
Peter Nagel werd geboren in Bodegraven in 1958. Toen hij een jaar of tien was, las hij Alle den Volke, het blad van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB). Hij voelde de roeping om als arts in de zending te gaan werken, maar het kwam er niet van. Twee keer werd Nagel uitgeloot voor de studie medicijnen. Hij ging theologie studeren –zijn tweede keus– en kwam toch in de zending terecht.
Aan het eind van zijn opleiding reageerde hij op een advertentie van de GZB. Het resulteerde in een uitzending van zeven jaar naar Peru. Ds. Nagel werd gemeentepredikant in Celendin en deed toerustingwerk voor de Evangelische Presbyteriaanse Kerk van Peru.
Ds. Nagel constateert dat er in Peru een grote openheid voor het Evangelie bestaat. „Die is direct merkbaar als je in de hoofdstad Lima in een taxi stapt en de chauffeur met je in gesprek gaat over het christelijk geloof. Het is dan belangrijk om in twee tot vijf minuten de kern van de christelijke boodschap te kunnen vertellen, voordat je aan het einde van de rit bent.”
Hij herinnert zich Orlando, die net uit de gevangenis kwam en met zijn vriendin langs de openstaande deuren van de kerk kwam. „Hij werd getrokken door het gezang. Ze volgden de dienst en Orlando werd geraakt door het Evangelie. Het gebeurde, zo ineens.”
Maar er is ook veel onwetendheid in Peru. Ds. Nagel vertelt dat het rooms-katholicisme maar een dun vernisje is over het volksgeloof en dat de Rooms-Katholieke Kerk daar te weinig aan kan doen. „De pastoors in het noorden van Peru hebben veel dorpen onder hun hoede. Het gevolg is dat ze in veel kleine dorpen zelden komen: alleen om de mis te bedienen en kinderen te dopen. De overige zondagen blijft de kerkdeur gesloten. In die dorpjes weten de mensen werkelijk niets, zelfs niet Wie de natuur geschapen heeft. Het is daarom begrijpelijk dat veel mensen aangetrokken worden door andere christelijke kerken, die daar arbeiden.”
Eenmaal terug van het zendingsveld kwam ds. Nagel in 1994 in Wijk bij Duurstede terecht. Het was een gemeente in opbouw, met volop ruimte voor de „missionaire drive” van de predikant. Kon ds. Nagel in Wijk bij Duurstede het confessionele karakter van de gemeente versterken, in Vlaardingen (2000) kwam hij midden in de secularisatie terecht. Door een herstructurering stootte de Protestantse Kerk in Nederland daar vanaf 2004 drie van de acht kerkgebouwen af en ging de wijkgemeente Vredeskerk samen met de Grote Kerkgemeente.
Ds. Nagel: „Dat was moeilijk, maar hoe vreemd het ook klinkt, de herstructurering gaf ook veel nieuw elan. Er was weliswaar geen sprake van groei in de breedte, maar wel in de diepte. We werden in Vlaardingen teruggeworpen op de kern van het Evangelie, zowel in de prediking als in de geloofsgesprekken. We vonden elkaar in Jezus Christus, de Gekruisigde. Het was een tijd van geestelijke groei.”
De gemeente Woerden, waar ds. Nagel sinds 2010 staat, is heel anders. Hij spreekt van een bloeiende gemeente met veel jonge gezinnen. De voortgaande secularisatie is zijn grootste zorg, niet alleen wat Woerden betreft, maar in de hele biblebelt. „Het kerkelijk leven is in veel plaatsen goed georganiseerd, maar dat houdt de interne uitholling niet tegen. Het is niet genoeg als de structuren en de vormen overeind blijven; er is geestelijke verdieping nodig.”
Daar is geen recept voor, beseft ds. Nagel. Na een stilte: „We moeten het goede doen en wachten op God. Kruisdragen en onze naasten dienen en liefhebben. Zien op Jezus. We moeten alle activisme loslaten en dicht bij Jezus Christus leven. Als we dát doen, dan zal blijken dat we veel keuzes moeten maken die tegen onszelf ingaan. Dat is niet erg, want Jezus is niet gekomen om ons zo veel mogelijk te laten genieten, maar om ons te verlossen.”
Wat er mis is? „We zijn te activistisch, te materialistisch en we hebben te weinig oog voor onze naaste. Missionair kerk-zijn is niet het ontplooien van allerlei activiteiten, maar het ontwikkelen van een antenne om in het alledaagse leven oog te hebben voor de naaste die op ons pad komt. Dat zeg ik niet vanuit een ivoren toren; het is ook mijn worsteling. Predikanten leven dikwijls in hun eigen kringetje. Ze zouden meer in de wereld moeten staan. Ik heb bewondering voor mijn vrouw, die werkt voor De Haven in Den Haag. Deze stichting werkt onder prostituees. Zo blijf ik gelukkig toch een beetje op de hoogte van wat er in de wereld speelt.”