De zender al-Jazeera zond maandag intussen een geluidsband uit waarop de stem van Saddam Hussein te horen zou zijn. ’Saddam’ spreekt tegen verantwoordelijk te zijn voor de aanslag in Najaf, van vorige week.

De benoeming van de nieuwe Iraakse bewindslieden heeft vrij lang geduurd, omdat alle bevolkingsgroepen een ’eerlijk deel’ van de functies moesten krijgen. De etnische samenstelling van de ministersploeg is nu gelijk aan die van de Regeringsraad die in juli is aangewezen door de Amerikaanse bestuurder Paul Bremer. Dertien ministers zijn sjiitisch, vijf zijn van Arabisch-soennitische komaf, vijf bewindslieden komen uit de Koerdische gemeenschap, een uit de christelijke en een uit de Turkmeense.

De ministers moeten het voorlopig stellen zonder benoemde premier. Die functie wordt bekleed door de voorzitter van de Regeringsraad. De post van voorzitter wordt om toerbeurt vervuld door negen leden van de Regeringsraad, te beginnen met de sjiiet Ahmed Chalabi, leider van het Iraakse Nationaal Congres (INC).

De belangrijke post van minister van Olie komt in handen van de sjiiet Ibrahim Bahr al-Uloum, een ingenieur die tot april voornamelijk in Londen woonde. Olie is Iraaks voornaamste exportartikel en bron van inkomsten. Op Buitenlandse Zaken is de Koerd Hoshyar Zebari benoemd, een lid van de Koerdische Democratische Partij KDP van Massoud Barzani. Financiën gaat naar de soenniet Kamal al-Kailani.

De positie van de ministers is echter voor een belangrijk deel symbolisch. Elk ministerie blijft onder supervisie van een adviseur, meestal een Amerikaan die is aangewezen door de VS. De uiteindelijke verantwoordelijkheid blijft bij Bremer, totdat er een gekozen regering is geïnstalleerd.

Maar de Arabische Liga juichte de benoeming van de ministers maandag toe als een „verdere positieve stap richting zelfbestuur”. De Liga heeft de Regeringsraad eerder niet erkend als Iraaks bestuur en het is nog onduidelijk of de Liga de ministerraad wel erkent.

De nieuwe bewindslieden worden dinsdag ingezworen. Dit gebeurt na de begrafenis van de vrijdag door een bomaanslag in Najaf omgekomen sjiitische leider ayatollah Mohammed Baqer al-Hakim. Duizenden Irakezen namen maandag voor de tweede achtereenvolgende dag deel aan de lange processies ter ere van Hakim, leider van de beweging Islamitische Revolutie in Irak (Sciri).

De Sciri, de VS en de Iraakse Regeringsraad beschuldigden afgelopen week aanhangers van de verdreven Saddam Hussein ervan achter de aanslag te zitten, die behalve aan Hakim aan meer dan tachtig mensen het leven kostte. De Sciri is bereid tot samenwerking met de Amerikaanse bezettingsmacht. Maar in een maandag openbaar gemaakte geluidsopname zegt een stem die van Saddam zou zijn dat hij niet verantwoordelijk is voor de aanslag.

„De ongelovige indringers beschuldigen, zonder bewijs, de aanhangers van Saddam Hussein van de moord op de sjiitische leider Hakim. Dit is niet wat Saddam zichzelf toeschrijft”, aldus de stem. ’Saddam’ begint de opname met een vers uit de koran, waarin moslims worden opgeroepen beschuldigingen goed te overpeinzen alvorens ze als waarheid aan te nemen.

De stem op de band roept de Irakezen wel op om meer „pijnlijke aanvallen” uit te voeren op doelen van de Amerikaanse bezettingsmacht. Ook Irakezen die met de bezettingsmacht samenwerken, moeten worden „gestraft”, aldus ’Saddam’.

De FBI begint pas na de begrafenis van Hakim op dinsdag met een onderzoek naar de explosie. De politieorganisatie is al betrokken bij de onderzoeken naar de aanslagen op het VN-hoofdkwartier in Bagdad op 19 augustus en de Jordaanse ambassade van begin deze maand.

De Iraakse politie en leden van de Sciri vielen maandag in Najaf het huis van een hoge functionaris van de voormalige Baath-partij van Saddam Hussein aan. De man, Karim Ghaith, ontkwam, maar bij schotenwisselingen kwamen twee mensen om het leven.