Aziatische boktor knap schadelijk
WINTERSWIJK – De Aziatische boktor is opgedoken in Winterswijk. De tor getypeerd in zeven kenmerken.
SCHADE: De Aziatische boktor kan grote schade aanrichten aan loofbomen –zoals populiersoorten en berk, maar ook commercieel geteelde soorten als kastanje, plataan, appel en peer– en struiken en vormt een gevaar voor de teelt en handel in boomkwekerijproducten.
De kever zelf eet na het verlaten van de boom geen hout meer en leeft maar kort, maar de larve kan binnen korte tijd ernstige schade aanrichten, omdat deze vaak niet vlak onder de schors zit, maar dieper in de boom lange, brede gangen uitvreet. Bovendien gedijen de larven, in tegenstelling tot die van veel andere boktorren, niet alleen goed in hout dat toch al dood of ziek is, maar ook in gezonde bomen. Doordat de larven diep in het hout zitten, is de bestrijding niet eenvoudig. VERSPREIDING: De Aziatische boktor komt in China, Japan en Korea voor en is door de houtexport verspreid naar onder andere de VS en Duitsland. Partijen geïmporteerd hout uit gebieden waar de Aziatische boktor leeft, worden door veel landen dan ook gecontroleerd op de aanwezigheid van de kever, maar een aantal van de in Europa gevonden dieren is ook terug te voeren op import van kleine levende boompjes waarin de soort mogelijk als ei, mogelijk als zeer jonge larve, vrijwel ondetecteerbaar is meegekomen. NEDERLAND: In Nederland werd deze loofhoutboktor in juni 2008 voor het eerst waargenomen in Berghem, in verpakkingshout van een zending natuursteen. Een maand later bleek de tor zich op te houden in een speeltuin in Enschede, naast de bij de vuurwerkramp getroffen woonwijk Roombeek.
Medio november 2010 werden in Nederland voor het eerst sporen aangetroffen in een inheemse boom: in een esdoorn op bedrijventerrein De Vaart in Almere-Buiten werden meer dan een dozijn uitvlieggaten gesignaleerd.
REGELS: De EU heeft strenge regels uitgevaardigd, die eind 2008 ook door Nederland zijn bekrachtigd. In Almere werden daarom in een straal van 100 meter alle bomen verwijderd en onderzocht en in een straal van 1 kilometer werden alle bomen en struiken gecontroleerd. Gedurende vier jaar blijft het gebied onder toezicht van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit en mogen uit een straal van 500 meter rondom de besmette boom zonder toestemming geen bomen of struiken worden vervoerd.
KENMERKEN: De tor is zwart, met op de dekschilden zo’n twintig onregelmatige vlekken. Hij wordt 2,5 tot 3,5 centimeter lang en ongeveer een centimeter breed. De antennes (ook wel ”tasters” genoemd) zijn bij mannetjes 2 tot 2,5 keer de lichaamslengte, bij vrouwtjes nog geen 1,5 keer. De antennes zijn zwart, met na elk knotsvormig segment een wit deel, waardoor ze duidelijk opvallen. De lange antennes en poten zien er sprieterig uit.
ONTWIKKELING: De wijfjes knagen voor elk van hun ruim dertig eieren een gaatje in de bast van de waardboom en leggen daar telkens één circa 5 millimeter lang wit ei in, dat enigszins op een rijstkorrel lijkt. Na een week of twee kruipt de larve uit het ei en vreet zich oppervlakkig de boom in. Als de larve gegroeid is, vreet hij zich dieper naar binnen en tast ook het kernhout aan. De larve kan tot vijf centimeter lang en één centimeter dik worden en vreet op het laatst gangen uit die tot drie centimeter doorsnee hebben. Voor de verpopping wordt een popkamer geknaagd waar na enige tijd de kever uitkruipt.
VERSPREIDING: De volwassen kever leeft slechts enkele maanden. Hij blijft doorgaans op of dicht bij de boom waarin deze opgroeide, maar kan desnoods ook zonder problemen honderden meters vliegen, op zoek naar nieuwe huisvesting voor de volgende generatie.