Afgewiste tranen!
Jesaja 25:7
„En Hij zal op deze berg verslinden het bewindsel des aangezichts, waarmee alle volken bewonden zijn, en het deksel, waarmee alle naties bedekt zijn.”
Ernstige tonelen liggen er voor ons! Eén blik op Christus als onze eigen Zaligmaker kan ons staande houden, in het gezicht van open graven en waggelende werelden.
Een werk van de genade begint altijd met tranen. Maar als God de ziel naar Golgotha brengt: „Zie, daar zijn uw zonden op Immanüel gelegd; daar draagt ze het Lam Gods; daar is de gehele hel die u zou lijden.” O, hoe lieflijk wist God de tranen weg!
Bekommerde zielen, er zullen hier altijd tranen te schreien zijn; maar dáár „zullen zij niet meer hongeren, en zullen niet meer dorsten, want het Lam, Dat in het midden des troons is, zal hen weiden, en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.”
R. M. M’Cheyne, predikant te Dundee (”Laatste verzameling”, 1862)