„Foto’s van executies Nederlands-Indië opgedoken”
Er zijn foto’s opgedoken van executies die zeer waarschijnlijk zijn uitgevoerd door het Nederlandse leger tijdens de politionele acties in voormalig Nederlands-Indië. Dat meldt de Volkskrant dinsdag. De foto’s komen uit het album van een Enschedese soldaat die diende als dienstplichtige in Nederlands-Indië.
Op de foto’s, afgedrukt voorop de krant, is de liquidatie van drie Indonesiërs te zien. Het drietal staat met de rug naar het vuurpeloton aan de rand van een greppel die vol ligt met lichamen van geëxecuteerden. Aan de rand staan twee Nederlandse militairen, te herkennen aan hun uniform.
Volgens de Volkskrant betrof het mogelijk strijders van Hizbullah en Sabilillah, islamieten die zich verzetten tegen de vredesbesprekingen en die tegen zowel Nederland als de Indonesische republiek strijden. „Ze dragen geen uniform en ze hebben evenmin de lange haren van de fanatiekste vrijheidsstrijders. Het kunnen ook leden zijn van criminele bendes, die toen huishielden in de buurt.” Het Nederlandse leger pakte de moslimgroepen aan, en Sukarno’s regime protesteerde daar niet tegen.
Een medewerker van het gemeentearchief van Enschede vond de fotoalbums van de soldaat in een vuilcontainer. De twee foto’s van executies hebben dezelfde historische waarde als foto’s van het bloedbad van My Lai tijdens de Vietnamoorlog, stelt René Kok, fotodeskundige bij het NIOD, Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Er bestaan talloze foto’s van dodelijke slachtoffers tijdens de politionele acties, maar niet eerder zijn executies zo expliciet in beeld gebracht.
De Nederlandse troepen die in Indië orde en gezag moesten herstellen, leefden vaak onder grote spanning doordat vrijheidsstrijders onverwachts en verraderlijk toesloegen. Tijdens deze guerrillaoorlog werd het uiterste van de uitgezonden militairen gevraagd. Indonesische strijders hielden zich vaak niet aan gemaakte afspraken. Door de internationale druk die op Nederland werd uitgeoefend, konden acties vaak minder goed worden uitgevoerd dan het leger wilde.
Vorige maand riepen drie historische instituten de regering op een allesomvattend onderzoek uit te voeren naar de periode 1945-1949.
In 1969 werd de Excessennota geschreven over oorlogsmisdaden van Nederlandse militairen, maar uit zorg voor de veteranen bleef een vervolg achterwege. Het nieuwe onderzoek is niet bedoeld „om te moraliseren en zeker niet om veteranen aan de schandpaal te brengen –de meesten hebben zich niet aan misdaden schuldig gemaakt en ze gingen naar Indië met het gevoel dat het noodzaak was–, maar om de beschikbare feiten op een rij te zetten.”
F. van Dijk, secretaris van de Vereniging van Veteranen Gardereregiment Prinses Irene, waaronder vijf naar Indië uitgezonden bataljons vallen, zegt op persoonlijke titel: „Ik ben geen tegenstander van onafhankelijk onderzoek. We kunnen leren van de krijgsgeschiedenis; in militair en politiek opzicht. Met de kennis van nu kijken we anders naar het verleden. De Nederlandse militairen afschilderen als massamoordenaars bij een massagraf mag niet de reden zijn voor een onderzoek. In die tijd zag de wereld er anders uit. Het gaat erom lessen te trekken. Het moet geen vingerwijzing worden. Zo van: „Dat waren de verkeerden.””
Prof. dr. G. Oostindie, directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land, en Volkenkunde, acht het „goed mogelijk” dat meer onbekende kwesties aan de oppervlakte komen. Hij bepleitte recent een onderzoek naar de periode 1945-1949. „Ik heb al mails van mensen die hun verhaal willen vertellen.”