Zendings- en ontmoetingsdag HHG in Harskamp
HARSKAMP – „De Heere zendt Zijn knechten tot het uiterste einde der aarde. Met die roep heeft God in de allereerste plaats Israël bedoeld, maar Hij heeft dat niet tot dat volk beperkt. Alle einden der aarde zijn geroepen.”
Dat zei ds. A. J. Britstra, hersteld hervormd predikant te Doornspijk, zaterdag op de jaarlijkse zendings- en ontmoetingsdag in Harskamp. Hij sprak naar aanleiding van Jesaja 45:22: „Wendt U naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde!”
Volgens de predikant is in die nodiging de genadige gezindheid van God verklaard, wordt in deze tekst op een besliste bekering aangedrongen en ligt in die roepstem Zijn overwinnende kracht besloten. In de belofte aan Abraham heeft de Heere het hele mensdom op het oog gehad, aldus ds. Britstra. Als het volk in ballingschap verkeert, zegt de Heere dat hij Israël verlost met een eeuwige verlossing. Ds. Britstra: „Door de Geest des Heeren trekt Jesaja de kring van de verlossing wereldwijd. Wie echter buiten de God van Israël zalig wil worden, zal eeuwig omkomen. Maar wie zich bekeert van de afgoden, zoals Jesaja zegt, vindt in Hem een genadig God.”
Vervolgens stelde de predikant de vraag of de verlossing wel „voor mij” is? „Er staat toch: Wendt u naar Mij toe? De Heere meent het zeer ernstig. Wij moeten niets tegenwerpen. Hij staat te wachten met Zijn armen wijd uitgestrekt. Hij is zeer gewillig om zondaren zalig te maken. Behouden worden is: laat u met God verzoenen. Wie zich tot Hem wendt, wordt behouden. Dat gebeurt door Zijn overwinnende kracht, in de weg van geloof en bekering, zowel hier bij ons als in Malawi en Suriname.”
De tweede spreker, ds. W. Roos, hersteld hervormd emeritus predikant te Doornspijk, vertelde hoe in 1985 zo’n 3000 mensen de eerste zendingsdag bezochten. Die werd gehouden op de legerplaats in Harskamp. Het aantal bezoekers groeide in later jaren uit tot wel 4000. Zaterdag waren er ongeveer 300 mensen in de hersteld hervormde kerk te Harskamp.
Ds. Roos sprak naar aanleiding van Markus 16:15: „Gaat heen in de gehele wereld, predik het Evangelie aan alle creaturen.” De discipelen waren drie jaar met hun Meester omgegaan. De verwachting die zij van Hem hadden gehad was niet uitgekomen, waarop Jezus hun ongelovigheid verwijt. Ds. Roos: „Ze moesten de weg van Jezus nog leren verstaan. Vervolgens zendt Hij hen de wereld in om het Evangelie te gaan prediken. Zo ook Zijn dienstknechten en u allen om dat tot aan alle einden der aarde te doen.”
In de middagbijeenkomst sprak ds. J. D. Heikamp, hersteld hervormd emeritus predikant te Staphorst, over Openbaring 7:9. Daar richt de Heere de blik van Johannes, verbannen op het eiland Patmos, niet meer op de gemeenten, maar op de grote toekomst. „De Heere laat hem zien op de vrucht van Zijn handen”, aldus ds. Heikamp. Johannes zag een grote schare die niemand tellen kon, uit alle natiën, geslachten, volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam. Ds. Heikamp: „In dit vergezicht ligt de troost van Gods verkiezing, ook voor het zendingswerk.” De predikant eindigde met de vraag of de bezoekers van de zendings- en ontmoetingsdag ook behoren tot die schare die niemand tellen kan.
„Het gaat erom bereid te zijn wanneer de Zaligmaker komt.” Dat zei ds. L. M. Jongejan, hersteld hervormd predikant te Harskamp, als tweede spreker op de middagbijeenkomst. Daarbij wees hij op de gelijkenis van de vijf wijze en de vijf dwaze bruiloftsmeisjes. „Allemaal wisten ze dat de bruidegom komt. Ze hadden veel gemeenschappelijks: lampen en olie. Vijf hadden reserveolie. Vijf hadden dieniet. En alleen met de brandende lamp, ontstoken door de Heilige Geest, komen we de bruiloftszaal binnen”, aldus ds. Jongejan. „Jezus maant Zijn discipelen waakzaam te zijn. Zijn wij dat ook?”
De middagbijeenkomst werd besloten door ds. A. C. Rijken, hersteld hervormd predikant te Gameren, met een meditatie over Handelingen 11, waar gezegd wordt dat na de pinksterdag het Evangelie zich van Jeruzalem naar elders uitbreidde. „De gemeente in Jeruzalem groeide en bloeide, maar de leden werden verstrooid als gevolg van de vervolging door Saulus”, aldus ds. Rijken. „Maar in de verstrooiing verkondigen zij de Heere Jezus. De hand des Heeren was met hen; en een groot getal geloofde en bekeerde zich tot de Heere.”