Kerk & religie

Summerschool Apologica: Nieuwe Testament historisch betrouwbaar

WEMELDINGE – De boeken van het Nieuwe Testament zijn historisch betrouwbaar, is de vaste overtuiging van Ruben Jorritsma. „Waarom zouden de evangelisten anders gênante dingen beschrijven?”

Van een medewerker
6 July 2012 08:47Gewijzigd op 14 November 2020 22:00
De summerschool van Stichting Apologica in het Zeeuwse Wemeldinge. Foto RD
De summerschool van Stichting Apologica in het Zeeuwse Wemeldinge. Foto RD

Jorritsma gaf deze week les tijdens de summerschool van Stichting Apologica in het Zeeuwse Wemeldinge, waarvoor zich elf studenten hadden aangemeld. De stichting die twee jaar geleden is opgericht, organiseert de summerschool voor het derde achtereenvolgende jaar. De zomerschool duurt van maandag tot en met vrijdag en is bedoeld om christelijke studenten en jongeren die gaan studeren weerbaarder te maken. Het doel van de stichting is het verspreiden van kennis en apologische waarheden onder christenen.

Naast Jorritsma, student biologie aan Wageningen Universiteit en redacteur van Weet Magazine, doceren deze week aan de summerschool ds. Wim Rietkerk, Nederlands gereformeerd predikant te Utrecht, Peter Scheele, evangelist en schrijver van het boek ”Degeneratie”, en Rinus Kiel, lid van de werkgroep De Oude Wereld. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder meer Bijbelse archeologie, de betrouwbaarheid van de Bijbel, omgaan met geloofstwijfel en apologetiek en evangelisatie.

Jorritsma ging in op de historische betrouwbaarheid van de evangeliën en het boek Handelingen. Hij noemt drie argumenten die voor die betrouwbaarheid ervan pleiten.

Het eerste argument is dat de Bijbelboeken vrij kort na de gebeurtenissen geschreven zijn, zodat de kans op fouten klein is. Handelingen is volgens Jorritsma vóór het jaar 66 geschreven, omdat er niets in staat over de Joodse opstand en de verwoesting van Jeruzalem, er geen melding gemaakt wordt van de christenvervolging onder keizer Nero en het martelaarschap van Petrus en Paulus niet genoemd wordt.

Als tweede argument noemt de student het principe van de verlegenheid. „Er staan dingen in de evangeliën die voor christenen gênant zijn. Als een bron informatie geeft met dergelijke informatie, is de kans dat die betrouwbaar is, groter dan wanneer de informatie alleen maar gunstig is. Ik vertel het niet graag als ik met tafeltennis van een ander verlies.”

Een voorbeeld hiervan is dat de discipelen, de latere leiders van de christelijke gemeente, Jezus niet begrijpen als Hij hun vertelt over Zijn toekomstig lijden. Jorritsma: „De drie leiders vielen zelfs in slaap in Gethsemané. Bij de arrestatie van Jezus slaan ze op de vlucht. Petrus verloochent Jezus. Ze twijfelen aan de opstanding van Jezus, zelfs als ze Hem gezien hebben. Als je je positie als leider veilig wilt stellen, schrijf je zulke domme dingen niet op.”

Jorritsma voegt eraan toe dat zelfs Jezus er niet goed van afkwam. In de evangeliën staat dat Zijn familie niet in Hem geloofde en dat mensen Hem een dronkaard en een van demonen bezetene noemden.

Een derde argument van Jorritsma is dat de discipelen hun leven gegeven hebben voor hun boodschap. „Petrus, Andreas en Filippus werden gekruisigd, Bartholomeüs werd gevild en Jacobus werd onthoofd. Ze zijn niet te vergelijken met moslimextremisten, omdat moslims die hun leven opofferen, niet weten dat hun godsdienst niet klopt. De apostelen wisten dat hun geloof waar was, omdat ze met Jezus omgegaan waren.”

Lukas is een groot historicus die alles heel precies neerschreef, aldus Jorritsma. In het laatste gedeelte van Handelingen (vanaf hoofdstuk 13) geeft hij 84 details, onder meer over plaatsnamen, titels, juridische terminologie en lokale religies, die alleen maar genoteerd kunnen worden door iemand die de zaak heel precies onderzocht heeft.

Desondanks is er in de loop van de tijd kritiek gekomen op een aantal details. Jorritsma: „Opgravingen bevestigen dat de feiten kloppen. Zo was er op Cyprus een Sergius Paulus, was er in de jaren 51 en 52 een proconsul Gallio en leefde de in Handelingen 17 genoemde politarch (overste van de stad) inderdaad in Thessalonica, ondanks beweringen van het tegendeel.”

Ook historische elementen in het evangelie van Johannes zijn volgens hem door recente opgravingen bevestigd, zoals het badhuis van Siloam en de vijf zuilengangen van Bethesda.

Jorritsma: „Er is een overvloed aan recent materiaal dat de historische betrouwbaarheid van de Bijbel bevestigt. Laat studenten niet denken dat er geen antwoorden zijn op lastige vragen over het christelijk geloof, want die zijn er wel.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer