Aanbestedingssysteem publieke werken toe aan wijziging
Het huidige aanbestedingssysteem voor publieke werken is inadequaat, stelt prof. dr. ir. Arno van der Vlist. Hij pleit voor een drastische aanpassing van het systeem.
In heel Europa is sprake van een trek naar grote steden. Grote delen van het platteland lopen leeg. Deze ruimtelijke transitie heeft grote gevolgen voor de manier waarop publieke werken zoals bruggen en wegen, sporthallen en scholen moeten worden aanbesteed. Het huidige systeem, waarbij overheden zonder regionale afstemming inkopen op de laagste prijs, is volstrekt inadequaat.
Met de aanbesteding van publieke werken zijn grote bedragen gemoeid. In de EU wordt jaarlijks ongeveer 600 miljard euro uitgegeven aan publieke werken. Dat is evenveel als het bruto binnenlands product (bbp) van Nederland en bijna twee keer het bbp van Polen.
De ruimtelijke transitie bezorgt de overheden veel hoofdbrekens. Het is namelijk erg ingewikkeld om investeringen in publieke werken navenant terug te schroeven. Je kunt nu eenmaal geen goedkope brug bouwen omdat er maar een paar auto’s overheen hoeven. Als er in een dunbevolkt gebied een brug moet komen, is hij dus relatief duur voor de belastingbetaler.
De ontwikkelingen spelen zich af in een Europese context. In heel Europa zie je concentratie van de bevolking: grote delen raken zeer dunbevolkt. Het is niet meer vanzelfsprekend dat de infrastructuur in dunbevolkte gebieden door de overheid wordt gefinancierd, want die krijgt daar relatief weinig waar voor haar geld.
Tegelijkertijd zijn publieke werken een belangrijke pijler onder de economie. Ze zijn in de toekomst een van de belangrijkste voorwaarden voor duurzame economische groei en spelen een essentiële rol in sociale cohesie binnen Europa.
Veel overheden kopen publieke werken in op de laagste prijs, waarbij de aannemer met de laagste bieding het werk mag realiseren. De prijs die uit de bus komt, is daardoor wel de laagste, maar niet automatisch de beste voor de samenleving.
Aanbesteding op laagste prijs is maar één kant van de medaille. Ik vind dat er bij deze aanbestedingen ook andere criteria moeten meewegen. Kijk bijvoorbeeld naar Groningen Seaports. Het havenschap stelde bij een aanbesteding dat de toekomstige aannemer personeel uit de regio in dienst moest nemen.
Bij aanbestedingen zou de overheid bovendien milieueisen kunnen stellen. De economisch meest voordelige inschrijving biedt daartoe mogelijkheden. Daarbij wordt niet alleen naar de prijs gekeken, maar eveneens veel waarde gehecht aan criteria zoals publieksgerichtheid, duurzaamheid en projectbeheersing.
Verder zouden overheden veel meer moeten samenwerken om hun publieke werken goed aan te besteden. Nu is het ieder voor zich.
Het is onduidelijk of en hoeveel extra kosten de duurzaamheidscriteria met zich meebrengen, in vergelijking met aanbesteding ten opzichte van laagste prijs. Het is overigens nog maar de vraag of dat de kosten opdrijft. Meer uitgeven aan openbare werken maar daarmee besparen op maatschappelijke of welzijnsuitgaven, kan uiteindelijk voordeliger zijn.
De auteur is hoogleraar vastgoedontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen.