In totaal is er vorig jaar bijna 66.000 keer contact opgenomen met een van de AMK’s, 6 procent meer dan het jaar ervoor. In de meeste gevallen werd er om advies gevraagd en hoefde er geen onderzoek gedaan te worden naar mogelijke mishandeling.

Dat er meer telefoontjes binnenkomen, wil echter niet automatisch zeggen dat er meer kinderen mishandeld worden. „Er wordt sneller en beter gesignaleerd, vooral door professionals zoals huisartsen, docenten en medewerkers van kinderopvang”, aldus een woordvoerder van Jeugdzorg Nederland.

De meeste meldingen gaan over pedagogische verwaarlozing, dat wil bijvoorbeeld zeggen dat het kind te weinig toezicht heeft of juist enorm verwend wordt. Ook zijn veel kinderen getuige van geweld in het gezin, bijvoorbeeld als de moeder door de vader wordt mishandeld.

Als er melding wordt gedaan van mishandeling, blijkt dat er in de meeste gevallen ook echt iets aan de hand was. „Het onderbuikgevoel van de mensen die belden met het AMK is dus in veel gevallen juist”, aldus de woordvoerder. Bij 7 procent van de kinderen waar een onderzoek naar werd gedaan, bleek achteraf niets aan de hand te zijn, bij ruim 11 procent werd mishandeling niet bevestigd. Twee kinderen overleden afgelopen jaar na mishandeling.

De laatste jaren is er veel meer aandacht voor de risico’s van mishandeling van het ongeboren kind. Organisaties die te maken hebben met zwangere vrouwen met een verstandelijke beperking, een psychische aandoening of een drugsverslaving, zijn daar extra alert op.

Staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten (Volksgezondheid) constateert dat alle inspanningen om sneller mishandeling op te sporen effect hebben. „6 procent meer meldingen kindermishandeling bij de AMK’s in 2011. Onze acties om sneller en beter te signaleren werken”.