Dat betoogde Sander Janssen, advocaat van (hoofd-)verdachte Jesse R., maandag in zijn pleidooi. Volgens de raadsman kan de rechtbank maar tot één conclusie komen: de zaak moet van tafel.

Justitie had zich in het geval van La S. moeten beperken tot de beloofde, gematigde strafeis. De wet staat een dergelijke afspraak toe, iets anders niet.

Jesse R. (44) wordt door justitie beschouwd als dé ‘hitman’; hij zou bij alle zeven, daadwerkelijk uitgevoerde liquidaties in Passage zijn betrokken. La S. zegt dat hij zijn kennis over die zaken uit de mond van zijn gewezen vriend Jesse heeft opgetekend. Jesse R., die sinds februari 2007 vastzit, heeft tijdens het proces gezwegen, maar wel te kennen gegeven dat La S. liegt.

Advocaat Janssen, wiens pleidooi meerdere dagen in beslag zal nemen, ging maandag niet in op de inhoud van de verklaringen van La S., maar richtte zijn pijlen exclusief op het OM. Hij hekelde het feit dat justitie het merendeel van de toezeggingen heeft ondergebracht in de beschermingsdeal die zij met La S. sloot. Dit afsprakenpakket is geheim en wordt niet door de rechtbank getoetst. De rechtbank beoordeelt uitsluitend de deal die erop neerkomt dat La S. strafvermindering krijgt in ruil voor zijn belastende verklaringen tegen Jesse R. en de andere verdachten in Passage. La S. kwam begin vorige maand op vrije voeten.

In de beschermingsdeal is onder meer geregeld dat La S. een nieuw bestaan moet kunnen opbouwen. Volgens Janssen is gebleken dat die afspraak neerkomt op „een zak met geld”. De raadsman meent dat justitie weinig tot niets heeft geleerd uit de eerdere ‘crisis in de opsporing’, die in de jaren ’90 tot een parlementaire enquête heeft geleid. Het is opnieuw uit de hand gelopen, aldus Janssen.