A Rocha ziet tekenen dat christen schepping serieus gaat nemen
Langzaamaan dringt het bewustzijn door dat de zorg voor de schepping een belangrijke taak is voor christenen. Dat constateert Embert Messeling, directeur van A Rocha Nederland, een christelijke beweging die zich inzet voor natuurbescherming. Hij ziet „tekenen van hoop.”
Toen A Rocha Nederland negen jaar geleden van start ging, was christenen bewust maken van hun taak voor de schepping een belangrijk item voor de beweging. „In het verleden was er bij Nederlandse christenen een blinde vlek,” zegt hij. „Gelukkig is er een ontwikkeling ten goede gekomen, maar we staan nog maar aan het begin. Anders dan Engelstalige landen, heeft Nederland geen vooraanstaande theologen die diepgaand over de schepping nadenken. Er ligt een taak voor hen.”
Tijdens de conferentie ”Rijk en groen” van A Rocha woensdag in Ambt Delden gaven de theologen prof. dr. B. Kamphuis, hoogleraar systematische theologie aan de Theologische Universiteit in Kampen, en ds. N. M. Tramper, algemeen secretaris van de Europese Evangelische Alliantie, wel een voorzet.
Prof. Kamphuis tijdens zijn lezing op de conferentie: „Wat heeft God de schepping prachtig gemaakt.” Hij vervolgde: „Wij hebben deze schitterende wereld bedorven. Wij zijn schuldig aan het misbruik van de schepping. We kunnen niet buiten schot blijven als het gaat om een ecologische visie. We kunnen het kwaad niet op zijn beloop laten.”
Ds. Tramper zei, uitgaande van een gedeelte van de Bergrede in Mattheüs 6, dat er op het gebied van de zorg voor de schepping drie kernthema’s voor christenen zijn: bidden, geven en vasten.
Het bidden, de Bijbelse spiritualiteit, is niet door iets anders te vervangen, zei hij. „Laten we samen tot God gaan om de nood van deze schepping voor Zijn Aangezicht neer te leggen.” Het geven, de Bijbelse solidariteit, vindt hij essentieel. „We kunnen ons werk niet doen als we niet geven van en delen wat wij hebben: tijd, ruimte, geld en bronnen. Delen met anderen is een vreugde.” Aan het vasten verbindt hij soberheid. „We kunnen niet verder als we niet met onze medemensen tot het besef komen van wat soberheid is. We moeten deze wereld niet tot de bodem leegdrinken, maar zuinig zijn.”
Een concrete invulling van de zorg voor de schepping volgde tijdens de workshop ”Kerk en duurzaamheid”, geleid door Martine Vonk, coördinator van de Noach Alliantie. Ze vond dat zorg voor de schepping een integraal onderdeel behoort te zijn van het christelijke leven. De praktijk is dikwijls anders. „Er wordt relatief weinig aandacht aan besteed in de kerken en wat het betekent voor onze leefstijl.”
Vonk noemde het van groot belang dat de zorg voor de schepping een plaats krijgt in de prediking. Dat is vaak niet het geval, omdat predikanten niet geschoold zijn in het preken over dat onderwerp. Zij zouden themadiensten over de schepping kunnen beleggen, en dan met name in de periode van 1 september tot 4 oktober. Op de eerste oecumenische Europese kerkenconferentie in 1989 spraken rooms-katholieke, orthodoxe en protestantse kerken af om in deze periode schepping, natuur en milieu extra aandacht te geven.
Een deelnemer zei dat de kennis van predikanten over de natuur dikwijls zeer beperkt is. Vonk raadde aan om tijdens catechese en Bijbelstudie aandacht te besteden aan het thema schepping en milieu. Ook zouden er werkgroep in de kerkelijke gemeente gevormd kunnen worden, maar dan moet het volgens de adviseur van duurzaamheidsprojecten „geen apart groepje worden.” Het creëren van draagvlak kan onder meer gebeuren door te praten met ambtsdragers en door het houden van een enquête om de belangstelling bij andere kerkleden te peilen.
Een kerkelijke gemeenschap kan het goede voorbeeld geven, aldus Vonk, bijvoorbeeld door het aanbrengen van zonnepanelen op het dak. Dat hoeft niet zo ver te gaan dat bij een kerkgebouw zonnepanelen een verlicht kruis omringen. Verder adviseerde ze te letten op het papiergebruik en het inkopen van faire koffie en thee. „Laat de kerk het goede voorbeeld geven. Zet een eerste stap, dan wordt een tweede stap makkelijker. Er is een lange weg te gaan. Het bewustzijn van de zorg voor de schepping komt tot stand door herhalen, herhalen, herhalen.”
Vonk gaf suggesties voor een duurzame omgang met de schepping in de omgeving van de kerk, bijvoorbeeld door het van tijd tot tijd houden van een autoloze zondag voor de kerkgangers, het zorgen voor een mooie en lekker geurende tuin of een speeltuin voor de buurt, en het opruimen van rommel in de buurt. Ze stelde voor tijdens de barbecue op een gemeentedag lokaal vlees van een goede kwaliteit te gebruiken. Verder vroeg ze om de spaarvormen van de kerk tegen het licht te houden: zijn die wel fair? De natuurliefhebber gaat zelf met een groepje mensen van de kerk fruitbomen snoeien en fruit inmaken. Als motief gaf ze op: „We willen God vieren als de Gever van goede dingen. De zorg voor het milieu moet van onbelangrijk belangrijk worden.”
De duurzaamheidsfan riep leidinggevenden ertoe op gemeenteleden te stimuleren tot duurzaam gedrag. Ze waarschuwde dat het weerstand zou oproepen en adviseerde om stapje voor stapje vooruit te gaan.
„Nederig omgaan met de schepping”
Mensen moeten hun plaats beter leren kennen op deze wereld en de hun toegewezen plek hervinden, stelt Dave Bookless. „We moeten nederig zijn.”
Hij sprak deze week tijdens de door A Rocha georganiseerde conferentie ”Rijk en groen” in Ambt Delden. Tegelijkertijd kwamen op het terrein van conferentiecentrum De Kroeze Danne vertegenwoordigers van A Rocha Internationaal uit twintig landen bijeen. Het was de eerste keer dat ze in Nederland vergaderden. A Rocha is een christelijke beweging die zich inzet voor natuurbescherming en wereldwijd werkt aan kleinschalige projecten.
Theologisch adviseur Bookless van A Rocha Internationaal vindt de zorg voor de schepping „de kern van wat het betekent om mens te zijn, als je God in je leven wilt dienen.” Hij maakt zich zorgen over mensen die de wereld domineren en ruïneren. Bookless is het niet eens met de stelling dat de mens heer en meester is over de schepping en die naar eigen goeddunken mag gebruiken. Daar geeft de Bijbels volgens hem geen grond voor. De woorden ”onderwerpen” en ”heersen” die in de Bijbel staan zijn niet bedoeld om de aarde te exploiteren en tot slaaf te maken, maar om bescherming en zorg te bieden. „Als verzorgers mogen we Gods schepping beheren. Dat doen we niet alleen voor ons eigen bestwil. We doen dit omdat we Gods beeld mogen zijn, zodat de gehele schepping tot bloei kan komen,” aldus Bookless.
De auteur van ”Het groene hart van het geloof” verwijst naar het Bijbelboek Job. Aan het einde daarvan heeft Job een intense ontmoeting met God en een diepe confrontatie met de wilde natuur. Bookless: „Job wordt meegenomen naar plaatsen waar geen mens leeft en waar God toch regen geeft en zorgt voor de wezens die er leven. Job krijgt een reeks van dieren en vogels te zien, allemaal wezens die er niet ”voor ons” zijn. Hun betekenis en waarde hebben niets met ons te maken. Job wordt er klein, bescheiden en machteloos van, en dan pas begint hij te begrijpen wie hij werkelijk is. Vandaag de dag, in een wereld waarin mensen denken dat ze de planeet domineren, moeten we dit gevoel van nederigheid herstellen en de ons toegewezen plek hervinden.”
Bookless vindt dat de zorg voor de schepping altijd een rol moet spelen. „Als we land bemalen of dijken bouwen, moeten we de ecologische impact van ons gedrag meten, proberen de ecologie te behouden en gebieden creëren voor dieren en planten in het land dat wij gebruiken.”