Handboek bevrijdingspastoraat van Van de Kamp vraagt om verdere uitwerking
Nadat er in de afgelopen twaalf jaar 4500 exemplaren van het losbladige ”Handboek voor bevrijdingspastoraat” zijn verkocht, is nu een herschreven boekeditie gepubliceerd.
Met 895 pagina’s informatie kan de lezer zich breed oriënteren. De schrijver is Wilkin van de Kamp, voorganger in Aalten en oprichter van de stichting ”Geboren om vrij te zijn”. Hij heeft in conferenties in Nederland en in het buitenland veel ervaring opgedaan en is vaak tot zegen geweest van mensen die door duistere invloeden gebonden waren.
In onze samenleving, die veel occulte invloeden ondergaat, komt het bevrijdingspastoraat steeds meer in de belangstelling. Dit is een benaming voor pastoraat waarmee mensen geholpen worden om vrij te komen uit negatieve geestelijke bindingen, veroorzaakt door demonische machten. Het handboek geeft een brede omschrijving en richt zich op mensen die verstrikt zijn geraakt in zonde, leugen en emotionele of demonische gebondenheid.
Door die brede definitie rijzen er uiteraard vragen naar de raakvlakken met de ‘gewone’ problemen die in het kerkelijke pastoraat en door de psychische hulpverlening behandeld worden. Gelukkig komen die zaken ook aan de orde.
Goede hulp
Het handboek bevat een inleiding over de focus van het bevrijdingspastoraat en daarna vier hoofddelen: ”De oorsprong van het kwaad”, ”Ontmasker het kwaad”, ”Weersta het kwaad” en ”Overwin het kwaad”.
Er ligt een schat aan informatie in dit boek. Een voorbeeld daarvan is het ”Lexicon occultisme”, een alfabetische lijst met 250 actuele begrippen. Het volgende hoofdstuk beschrijft uitgebreid de vrijmetselarij en de achtergronden ervan. Daarna komen new age, voodoo en winti, wicca (hekserij) en satanisme met satanisch ritueel misbruik aan de orde. Ongeacht of men het met de vorm van hulpverlening eens is die in het handboek aangeboden wordt, is het van belang zulke informatie te verwerken.
Terwijl de meesten in onze kring –gelukkig– niet door eigen ervaring vertrouwd zijn met dergelijke praktijken, komen steeds meer ambtsdragers en hulpverleners in aanraking met hulpvragen van mensen die in dergelijke milieus geweest zijn, vrijwillig of gedwongen. Wat is dan de weg die gewezen kan worden? Inzicht in de problemen en het begrijpen van de (symbool)taal zijn van belang om goede hulp te kunnen verlenen. Hopelijk zijn of komen er in elke gemeente christenen die hiervan op de hoogte zijn, zodat de hedendaagse listen van satan des te beter bestreden kunnen worden.
Voor hen die benieuwd zijn naar de overlap met psychische verschijnselen is een hoofdstuk opgenomen over dissociatieve identiteitsstoornissen. Het laatste hoofdstuk gaat in op de psychiatrie. In een bijlage is een vragenlijst toegevoegd als belangrijk hulpmiddel om de problemen van de hulpvrager in kaart te brengen.
Betrouwbaarheid
We mogen de auteur en zijn team dankbaar zijn voor het vele goede werk dat zij verrichtten en voor de informatie die nu breed beschikbaar is. Kennis van demonische machten was in de Vroegchristelijke Kerk aanwezig en hun werkzaamheden werden onderkend, ook door de kerkvaders die voor ons in dogmatisch opzicht gezag hebben. Schrijvers als Justinus de Martelaar, Tertullianus, Cyprianus, Athanasius en Augustinus hebben daarover gepubliceerd. Gewoonlijk is dit in onze kerkgeschiedenisboeken niet overgenomen omdat deze zaken buiten onze belangstelling vielen en vaak als ‘primitief’ overkwamen.
De beschreven zaken sluiten echter wel aan bij de ervaringen van de Heiland en van de apostelen in de Bijbel. Wat betekent voor ons de opdracht en belofte in Markus 16 over het uitdrijven van demonische machten? Het is de verdienste van Wilkin van de Kamp dat hij dergelijke zaken voor ons op de agenda zet.
Toch zijn er wel een paar kanttekeningen te maken. Het handboek beschrijft zeer veel zaken en allerlei auteurs worden geciteerd. Helaas is de informatie vaak genomen uit tamelijk populair geschreven boeken. In veel gevallen ontbreekt een grondige evaluatie van de betrouwbaarheid ervan. Het handboek is sterker in het verzamelen dan in het wegen van de informatie.
Het is waardevol dat er een inventarisatie van psychische en psychiatrische verschijnselen wordt gegeven met een eerste indicatie in welke richting gedacht kan worden. Vaak staat in een kadertje een praktijkvoorbeeld ter toelichting. Bij het lezen van dergelijke informatie blijkt echter de behoefte dat hulpverleners uit de psychiatrie deze zaken verder zullen onderzoeken.
Het woord ”geest”
Het handboek vermeldt nuttige zaken over alternatieve en occulte geneeswijzen. Het verbaast mij echter dat de publicaties van dr. R. van de Ven, die vanuit eigen ervaring en deskundigheid hierover schrijft, ontbreken. Wie zich begeeft op een bepaald gebied wordt wel geacht kennis van zaken te hebben, vooral om met de deskundigen in gesprek te gaan. Met de intentie van het handboek ben ik het grotendeels eens, maar ik verneem in de praktijk helaas ook situaties waarin de communicatie niet lukt vanwege te eenzijdige en te stellige beweringen.
Ook het onderscheid tussen demonische binding en emotionele bindingen is mij niet helder geworden. Al kan er geestelijke strijd zijn vanwege emotionele bindingen, dit betekent niet dat altijd geestelijke machten moeten worden verwijderd. Het woord ”geest” wordt in de Bijbel immers in allerlei betekenissen gebruikt.
In de marge van de pagina’s wordt veel naar Bijbelteksten verwezen. Het stemt dankbaar dat de auteur zich steeds weer wil beroepen op Gods Woord. Toch gebruikt hij allerlei Bijbelteksten op een tamelijk vrije manier, zonder dat de eerste betekenis naar voren komt. Zo wordt de titel ”Geboren om vrij te zijn” in verband gebracht met Galaten 5:13, waar Paulus schrijft dat mensen geroepen zijn om vrij te zijn. Die vrijheid is er niet op grond van de natuurlijke geboorte, maar is volgens de schrijver het geboorterecht van ieder wedergeboren kind van God. Inderdaad spreekt deze tekst over vrijheid, maar dan wel de vrijheid ten opzichte van de besnijdenis, met de bedoeling elkaar door de liefde te dienen.
Verdere uitwerking
Ik begrijp de verbinding met het bevrijdingspastoraat, maar doordat een bespreking van Bijbelteksten ontbreekt, ontstaat bij de lezer meermalen de vraag of een geciteerde tekst wel van toepassing is op het betoog. Zo wordt er verwezen naar Mattheüs 16 over het binden en ontbinden in de hemel. Is het echt zo dat de engelen van God in de hemelse gewesten de demonen binden en ontbinden als wij dat op aarde bevelen? Reformatorische lezers zijn een andere uitleg van deze tekst gewend.
Ook de opsomming dat Jezus zeven keer voor ons gebloed heeft, is niet goed onderbouwd. Het is jammer dat de auteur geen Bijbelverklaringen citeert en geen moeite doet om de voorgestelde betekenissen van teksten te beargumenteren. Bij een volgende editie van dit handboek valt er in dit opzicht veel te verbeteren.
Er ligt een grote uitdaging voor de hedendaagse christenen –ook voor de gereformeerde gezindte– om Gods Woord en de Vroegchristelijke Kerk bestuderen ten aanzien van het onderwerp demonische belasting. Na eeuwenlange ontkenning en voorbijzien aan de problemen, vooral vanwege eerdere overdrijvingen en een verschuivend wereldbeeld, vraagt het onderwerp om een intensieve doordenking. Veel christelijke hulpverleners hanteren gangbare wetenschappelijke en niet-christelijke modellen. Deze kunnen waardevol zijn, omdat er allerlei wetmatigheden in de schepping liggen, maar zo worden ook principieel zaken over het hoofd gezien. Hoe kunnen christenen in gemeente en hulpverlening mensen helpen die de gevolgen van het occulte ondergaan? Het handboek van Wilkin van de Kamp is een duidelijke stap in de goede richting, maar veel zaken vragen nog om nuancering en uitwerking.
Boekgegevens
”Geboren om vrij te zijn. Handboek voor bevrijdingspastoraat”, door Wilkin van de Kamp; uitg. Crosslight Media, Aalten, 2012; ISBN 978 94 9025 410 0; 895 blz.; € 59,95.