Inname foliumzuur onder de maat
Nederlanders krijgen ongeveer 15 procent minder foliumzuur binnen dan de aanbevolen hoeveelheid. Bovendien neemt het menselijk lichaam naar schatting een kwart van het foliumzuur in voeding niet op.
Dit blijkt uit promotieonderzoek van Alida Melse-Boonstra. De promovendus verrichtte haar onderzoek bij het Wageningen Centre for Food Sciences en Wageningen Universiteit.
Melse-Boonstra en haar collega’s ontdekten dat het lichaam de meest voorkomende vorm van foliumzuur (vitamine B11) slecht kan opnemen. Nederlanders krijgen sowieso gemiddeld veel te weinig van de vitamine binnen. Een voldoende inname van foliumzuur is niet alleen van belang voor zwangere vrouwen omdat het de kans op een open ruggetje verkleint. Er zijn ook sterke aanwijzingen dat foliumzuur in de juiste hoeveelheid de kans op hart- en vaatziekten vermindert.
De onderzoekers stellen dat voedingsadvisering of nieuwe producten met meer of beter opneembaar foliumzuur de hoeveelheid foliumzuur in het bloed zouden kunnen verbeteren.Tot nu toe is het in Nederland verboden om producten te verrijken met foliumzuur. Wel zijn voor zwangeren speciale foliumzuurtabletten beschikbaar. Ook is foliumzuur verwerkt in de betere multivitaminepillen.
De onderzoekers analyseerden, in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu de voedselconsumptie van 2435 mensen tussen de 20 en 65 jaar. Alhoewel onlangs de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid foliumzuur is verhoogd tot 300 microgram per dag, bleek de gemiddelde inname ongeveer 250 microgram per dag te zijn. Van deze hoeveelheid wordt bovendien niet alles opgenomen in het lichaam. Dat komt doordat een deel van het foliumzuur vanwege de samenstelling in de dunne darm slecht opneembaar is.
De onderzoekers stelden ook vast dat naast de normale voeding ongeveer 400 microgram foliumzuur extra per dag nodig is om het zogenaamde homocysteïnegehalte optimaal te verlagen. Een hoog gehalte aan deze stof betekent een groter risico op hart- en vaatziekten. Er is echter nog niet aangetoond dat verlaging van dit gehalte ook daadwerkelijk de kans op hart- en vaatziekten verkleint.