Opinie

Schadevergoeding dijkdoorbraak

27 August 2003 11:11Gewijzigd op 14 November 2020 00:31

De meeste inwoners van Wilnis zijn gisteravond weer naar huis teruggekeerd. Zij hebben inmiddels de schade kunnen opnemen die de dijkdoorbraak bij hun dorp heeft veroorzaakt. Sinds gisteren weten de gedupeerden dat ze van de verzekeringen niets hoeven te verwachten. In de kleine lettertjes van de polissen is bepaald dat assurantiemaatschappijen niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor schade als gevolg van natuurrampen.Dijkgraaf De Bondt zei gisteravond te verwachten dat de slachtoffers claims zullen indienen bij het hoogheemraadschap. Dat is immers verantwoordelijk voor het onderhoud van dijken en waterkeringen. Hij gaf daarbij direct aan dat zijn orgaan geen middelen heeft om de getroffenen financieel tegemoet te komen.

Desondanks staat het voor hem vast dat de mensen in Wilnis een schadevergoeding moeten krijgen.

Voor de getroffen inwoners van het Utrechtse dorp is dat laatste niet helemaal zonder betekenis, al hebben ze daarmee nog geen schadevergoeding ontvangen. Impliciet geeft de dijkgraaf namelijk met zijn uitspraak aan dat de mensen in Wilnis buiten hun schuld in problemen zijn gekomen.

Het onderhoud van de dijken is een taak van de overheid. Om die naar behoren te vervullen betalen burgers waterschapslasten. Alleen al op grond daarvan mogen zij rekenen op voldoende maatregelen voor hun veiligheid.

Op het punt van het onderhoud van de bewuste dijk bij Wilnis leven vragen. Inwoners van het dorp zeggen dat er sprake is geweest van verwaarlozing. Het hoogheemraadschap ontkent dat ten stelligste. Het spreekt van een „uitstekende dijk.”

Voor het beantwoorden van de schuldvraag is het van belang dat er een onafhankelijk onderzoek komt. Daaruit zouden ook lessen getrokken kunnen worden voor de toekomst.

Duidelijk is in ieder geval dat het eventueel verzaken van het onderhoud van de dijken niet de verantwoordelijkheid is van de individuele burgers van Wilnis. Daarom is het terecht dat zij een schadevergoeding krijgen. Wanneer de overheid haar primaire taak, te zorgen voor de veiligheid van de burgers, niet naar behoren heeft vervuld of niet kan nakomen, mogen de kosten daarvan niet op de getroffen mensen worden afgewenteld.

Het gemeentebestuur van De Ronde Venen, de gemeente waar Wilnis deel van uitmaakt, heeft inmiddels aangeklopt bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Opvallend is de tamelijk aarzelende opstelling van minister Remkes. Hij heeft aangegeven dat de schade mogelijk deels kan worden vergoed via de Wet tegemoetkoming schade rampen. Van een totale vergoeding van de schade zal volgens hem echter geen sprake zijn.

Dat laatste is wel heel zuur voor de mensen in Wilnis. Het roept bij hen begrijpelijk het gevoel op dat de overheid hen (gedeeltelijk) in de steek laat als ze buiten hun schuld en dankzij mogelijk falen van diezelfde overheid in de problemen komen. Dat verkleint de kloof tussen overheid en burger bepaald niet.

In dat licht is het ook jammer dat de bewindsman niet zelf ter plaatse poolshoogte is wezen nemen. Zijn argument niet mee te willen doen aan „ramptoerisme” is gezocht. Een minister in functie komt namelijk nooit als toerist. Een bezoek aan de mensen in Wilnis zou juist de burgers het gevoel geven dat de regering de gebeurtenissen ernstig neemt.

Juist nu een betrekkelijk kleine groep van de Nederlandse samenleving in moeilijkheden is geraakt, verdient het vanuit het oogpunt van solidariteit alle aanbeveling dat de gemeenschap deze mensen zo goed mogelijk en van harte helpt. De primaire verantwoordelijkheid ligt daarvoor bij Den Haag, dat de gemeenschapsgelden beheert.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer