De jongerenorganisatie vroeg bij de „grote 4” hoe hoog de jeugdwerkloosheid in hun stad en de omliggende regio was. Volgens Wiersma konden de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht dat niet goed aangeven. „We kregen alleen onvolledige cijfers over de periode 2009 tot en met 2012 terug. De gemeenten hebben geen flauw benul hoeveel jongeren er aan de slag willen.” Hoogste tijd dus om in te grijpen; de overheid moet jongeren gaan helpen bij het vinden van een baan, aldus Wiersma.

Volgens de geleverde cijfers zou gemiddeld 4,5 procent van de jongeren werkloos zijn. Wiersma: „Was dat maar waar. Dit kan gewoonweg niet kloppen. Landelijk ligt het gemiddelde rond de 13 procent en ik geloof niet dat alle werkloze jongeren op het platteland wonen.”

Hij wil dat de politiek ingrijpt en er bijvoorbeeld voor zorgt dat jongeren langer naar school kunnen. Ook denkt hij dat het helpt als werkgevers wordt gevraagd als kruiwagen te functioneren voor jongeren die geen netwerk hebben of als werkgevers worden verplicht hun vacatures te melden bij een publieke vacaturebank.

De Amsterdamse wethouder Andrée van Es (werk en inkomen, GroenLinks) zegt zich niet in het door FNV Jong geschetste beeld te herkennen. Ze presenteerde 2 weken geleden nog een actieplan om jeugdwerkloosheid tegen te gaan. Daarin stonden ook cijfers: op dit moment is 14 procent van de Amsterdamse jongeren werkloos, wat neerkomt op 10.000 personen in totaal.

„Bij ons zijn de cijfers helder”, zegt Van Es. „Zorgelijk is dat van de jongeren met een migratieachtergrond 15 procent werkloos is. We willen voorkomen dat er in Amsterdam een verloren generatie ontstaat, en doen er daarom alles aan om ervoor te zorgen dat alle Amsterdamse jongeren of aan het werk zijn, of een opleiding volgen.”