In het weekeinde zijn volgens mensenrechtenorganisaties bijna 90 doden gevallen in Syrië. Vooral Homs, 135 kilometer ten noorden van de hoofdstad Damascus, moest het weer erg zwaar ontgelden. Zowel het Vaticaan als de Syrische regering en de oppositie maken melding van burgers in doodsnood, christenen en islamieten. Ze kunnen de wijk al-Hamideeye, aan de noordrand van het stadscentrum, niet uit, terwijl zware gevechten worden gevoerd tussen regeringseenheden en rebellen. Damascus stelt dat ze door terroristen worden belaagd. Homs lijdt behalve onder de aanhoudende beschietingen, ook onder tekorten aan water, voedsel en medicijnen.

De oppositie tegen het regime van president Bashar al-Assad heeft zondag de Verenigde Naties om een gewapende vredesmacht en direct ingrijpen gevraagd, in een reactie op het stilleggen van de waarnemersmissie. Volgens Abdel Baset Sayda van de oppositionele Syrische Nationale Raad moet er snel humanitair ingegrepen worden om de bewoners van Homs, maar ook andere bestookte plaatsen zoals Rastan, te redden. Opstandelingen vrezen dat het regeringsleger een „massaslachting” zal aanrichten als ze de stad in handen krijgt.

Het Witte Huis schatte in het weekeinde dat de toestand in Syrië op een kritiek kruispunt is beland en dat het zich met partners op de volgende stap moet beraden. Zaterdag verschenen in Britse en Amerikaanse media berichten over gesprekken afgelopen week in Washington van afgevaardigden van het rebellenleger FSA met hoge Amerikaanse functionarissen, inclusief leden van de Raad van Nationale Veiligheid van president Barack Obama. Washington zou overwegen wapens te verstrekken, inclusief luchtdoelraketten.

The New York Times berichtte dat de Russische wapenexporteur Rosoboronexport Syrië van moderne luchtverdediging voorziet om aanvallen af te slaan. De directeur van de firma, Anatoli Isajkin, zei dit tegen de krant „als een waarschuwing, niet als dreigement”.