Nalopen
Hooglied 1:4a
„Trek mij, wij zullen U nalopen!”
Zij zoeken Christus in Zijn Woord en in de sacramenten, erkennen Hem als hun enige Zaligmaker en hun zielsbegeerte is in ware gehoorzaamheid de weg van Zijn geboden te betreden, zo te wandelen gelijk Hij gewandeld heeft (1 Johannes 2:6), in nederigheid van het hart, in zelfverloochening. Dat zij Hem zullen nalopen, is de begeerte van hun Bruidegom. Daarom nodigt Hij hen zo lieflijk: Kom tot Mij; geloof in Mij; volg Mij na; leer van Mij.
Waaruit zal men de ware bruid van Christus kennen, als daaruit dat zij, door haar Bruidegom getrokken, Hem naloopt? Zo deed Rebekka met Izak. Is de bruid met de Bruidegom niet één vlees en geest (Efeze 5:30)? Waaruit zou men het weten, dat men een getrouw schaap van die enige Herder is, Die Zijn leven voor Zijn schapen stelde, dan dat men Zijn stem hoort en Hem naloopt (Johannes 10:27)? Ja, Hij alleen is de Weg, de Waarheid en het Leven, niemand komt tot de Vader dan door Hem. Die Hem naloopt, die brengt Hij tot God, die heeft hier reeds alles in Hem, en eindelijk het eeuwige leven.
Ds. A. P. A. du Cloux, predikant te ’s-Grevelduin-Capelle (”Twaalftal Leerredenen”, 1889)