Drogredenen in debat over gewetensbezwaarde ambtenaar
Opnieuw zijn de gewetensbezwaarde ambtenaren onderwerp van discussie. Het debat wordt vervuild door drogredenen, vindt Peter Schalk.
„Kaas is geel. De maan is geel. Dus de maan is van kaas.” Zo leerde ik op school de betekenis van het woord drogreden kennen. Een drogreden is een bedrieglijke redenering, of iets vriendelijker omschreven, een redenering die niet klopt maar wel aannemelijk lijkt. Drogredenen worden veelvuldig toegepast en ze zijn vooral bruikbaar in het platte populisme van deze tijd. Probeer je tegenstander zo hard mogelijk te raken. Gebruik daarbij scherpe beelden, waarmee je gemakkelijk het onderbuikgevoel van mensen bespeelt. Zo haal je punten binnen.
Welnu, als er ergens gemakkelijk te scoren valt, dan is het wel als het gaat over de gewetensbezwaarde ambtenaren. Alleen de terminologie al. Daar hebben we drogreden nummer 1: Homo’s moeten kunnen trouwen. Gewetensbezwaarde ambtenaren weigeren een homohuwelijk te bevestigen. Dus het zijn weigerambtenaren.
Deze drogreden is heel gemakkelijk te weerleggen. Het gaat hier niet om weigeraars, maar om ambtenaren die gewetensvol hun werk doen. Zoals die ambtenaar die vertelde dat hij al duizend huwelijken voltrokken heeft. En vervolgens wordt hij weggezet als weigerambtenaar, om de enige reden dat hij niet kan meewerken aan de huwelijkssluiting van twee mensen van gelijk geslacht. Met daarbij het gegeven dat dit niet gebaseerd is op persoonlijke ideeën, maar op de Bijbelse lijn dat het huwelijk door God bedoeld is als de unieke verbintenis tussen één man en één vrouw. Vanuit die vaste geloofsovertuiging hebben ambtenaren gewetensbezwaar tegen het sluiten van het zogenoemde homohuwelijk.
En dat mag! Wij hebben in Nederland het recht om gewetensbezwaard te zijn. Dat recht is gestoeld op de Grondwet en uitgewerkt in het Burgerlijk Wetboek. Alleen als godsdienst aanzet tot haat of tot een misdaad, of als er een kennelijke onredelijkheid uit voortvloeit, dan begrenst de wetgever dat recht op gewetensvrijheid. Wie kan dit allemaal beter verwoorden dan het hoogste adviesorgaan dat alle wetten toetst, namelijk de Raad van State. Deze Raad heeft in een glashelder betoog uiteengezet waarom gewetensbezwaarde ambtenaren gewoon in dienst kunnen zijn, blijven of komen. Geen enkel bezwaar!
Maar ja, dat past niet in het vrije denken van de zogenaamde toleranten. Zij vinden het ondenkbaar dat er ambtenaren zijn met een gewetensbezwaar. Wat daarbij opvalt is dat er zelfs geen poging wordt gedaan om op de argumentatie van de Raad van State in te gaan. Geen discussie, geen argumenten. Gewoon weg ermee.
Discriminatie
Om dat te bereiken worden nog andere (drog)redeneringen ingezet. Drogreden 2: Homo’s willen trouwen. Weigerambtenaren doen dat niet. Dus homo’s worden geconfronteerd met weigerambtenaren. Opnieuw, een onzinnige redenering. De feiten zijn gewoon zo: een toekomstig echtpaar meldt zich aan de balie van het gemeentehuis en vervolgens wordt binnen de werkorganisatie afgestemd welke ambtenaar het huwelijk zal voltrekken. Niemand wordt dus rechtstreeks geconfronteerd met een ambtenaar die weigert het aangemelde huwelijk te sluiten. Bovendien, uit de praktijk is geen geval bekend van een stel dat niet in het huwelijk kon treden.
Drogreden 3 is subtieler, populistisch, maar zeer onheus. Zonder blikken of blozen wordt een gewetensbezwaarde ambtenaar ervan beschuldigd dat hij discrimineert door zijn weigering homostellen te trouwen. De redenering luidt: Als je mensen afwijst om hun ras of kleur dan discrimineer je. Gewetensbezwaarden willen geen homopaar trouwen. Dus gewetensbezwaarde ambtenaren discrimineren.
Opnieuw heel duidelijk een drogreden. Bij de afwijzing van mensen om ras of huidskleur of anderszins gaat het om haat tegen personen. Dat is pure discriminatie van mensen. Discriminatie is altijd gericht op personen, namelijk wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook (zie artikel 1 van de Grondwet). Een gewetensbezwaarde ambtenaar wijst echter geen mens af. Het gaat hem niet om de personen, maar om de afwijzing van het instituut dat we homohuwelijk noemen.
De drogredenaars zouden moeten bedenken dat ze zelf bezig zijn met discrimineren. Zij bieden geen ruimte aan ambtenaren die op grond van godsdienst en levensovertuiging gewetensbezwaard zijn. Het gaat om een kleine groep. Bij de RMU hebben zich er ongeveer 85 gemeld. Zij doen geen vlieg kwaad, ze wijzen geen mens af, ze doen gewetensvol hun werk.
Het zou mooi zijn als de drogredenen worden ontmaskerd en dat het debat gevoerd wordt vanuit grondwettelijke kaders en met kracht van argumenten. Dan blijft artikel 3 van de Grondwet overeind: „Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.”
De auteur is werkzaam als raad van bestuur bij de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU).