VS breiden hulp aan Afghanistan fors uit
De Amerikaanse regering heeft besloten de hulp aan Afghanistan fors uit te breiden. De huidige bijdrage voor Afghanistans wederopbouw van 900 miljoen dollar wordt verdubbeld tot 1,8 miljard dollar.
Dit hebben Amerikaanse bronnen in de Afghaanse hoofdstad Kabul en in Washington bekendgemaakt.
De regering van Bush kreeg de laatste maanden veelvuldig het verwijt te horen dat Afghanistan werd vergeten sinds de oorlog in Irak en de wederopbouw daarna alle aandacht opeiste. Regeringswoordvoerders ontkenden dit, maar feit is dat zelfs de Afghaanse regering er in Washington op aandrong de hulp aan dat land niet geheel te vergeten.
Washington heeft nu besloten te handelen. De staf van de Amerikaanse ambassade in Kabul wordt fors uitgebreid om de extra hulp beter te coördineren. Formeel is het de bedoeling om de wederopbouw van het land te versnellen, zodat Amerikaanse troepen eerder naar huis kunnen terugkeren. Volgens sommige analisten is dit een erg optimistische verwachting. „Afghanistan heeft jaren van oorlog, wanbeleid en plundering achter de rug. De gevolgen daarvan draai je niet zomaar even terug met wat extra dollars”, meent politiek analist Michael O’Hanlon van het Brookings Research Instituut in Washington.
Hij wijst op een andere motivering voor president Bush, namelijk de presidentsverkiezingen volgend jaar. De verwijdering van het Taliban-regime eind 2001 vormde het begin van Washingtons strijd tegen het internationale terrorisme. Bush moet de hervorming van Afghanistan tot een moderne democratie volgend jaar als succesnummer kunnen presenteren. Of dat binnen zo’n korte tijd lukt, valt te betwijfelen. Volgens een onderzoek van de Rand Corporation blijft de hulp aan Afghanistan hopeloos achter bij bijvoorbeeld de hulp die de Balkanlanden krijgen.
Verder baart de veiligheidssituatie net als in Irak zorgen. Amerika’s militaire aanwezigheid in Afghanistan kost Washington bijna 1 miljard dollar per maand. Desondanks voeren eenheden van Taliban-aanhangers voortdurend aanvallen uit op Amerikaanse militaire eenheden en op vertegenwoordigers van de regering-Karzai. Maandag begonnen de Amerikanen een tegenoffensief in het zuidoosten, waarbij volgens Afghaanse bronnen minstens veertien Taliban-aanhangers om het leven kwamen.
Maandag kostten Amerikaanse bombardementen op een kamp van Taliban-strijders, in het zuidoosten van het land, zeker vijftig levens. Amerikaanse gevechtsvliegtuigen beschoten een Taliban-bolwerk op de berg Karou in het district Dai Chupan in de provincie Zabul, aldus Ahmad Khan, een woordvoerder van de gouverneur van Zabul. Khan sprak van een gezamenlijke Amerikaans-Afghaanse operatie. Na afloop van de beschietingen hadden Afghaanse militairen volgens hem de lichamen van ten minste vijftig Taliban geborgen. Het kamp bij de grens met Pakistan was geheel verwoest. Er waren ongeveer 400 Taliban-strijders actief in de regio, zei politiewoordvoerder Juma Khan.
Eerder was gemeld dat honderden Amerikaanse en Afghaanse militairen in de afgelopen dagen bij een speurtocht naar verborgen wapens en Taliban-strijders in de provincie Paktika, ook in het zuidoosten van Afghanistan, meer dan honderd mensen hadden opgepakt. De klopjacht in het district Urgun was gehouden nadat enkele honderden Taliban-strijders verscheidene politieposten hadden overvallen. De aanvallers zouden zich met bestelauto’s verplaatsen en afkomstig zijn uit Pakistan.
In de aangrenzende provincie Zabul doodden Taliban-strijders afgelopen zaterdag vijf regeringssoldaten bij een aanval op een legerkonvooi.
Naar verluidt hebben de eind 2001 verdreven Taliban zich gehergroepeerd en heeft Taliban-leider mullah Mohammed Omar voor verschillende gebieden militaire commandanten aangesteld. Pakistan heeft de grensbewaking verscherpt, maar in het bergachtige gebied kunnen de guerrillastrijders zich vrij eenvoudig verschuilen.