Wall Street geeft deel winst op
NEW YORK (ANP) – De Amerikaanse aandelenbeurzen gaven donderdag in de loop van de middaghandel een deel van de eerdere winsten op. Beleggers waren licht teleurgesteld over de toespraak van Fed-voorzitter Ben Bernanke. Beleggers hadden gehoopt dat Bernanke donderdag aanwijzingen zou geven dat de Federal Reserve binnenkort nieuwe steunmaatregelen voor de economie zou treffen. Dat gebeurde niet en de winsten die bij het begin van de handel werden geboekt sijpelden deels weg. Technologiebeurs Nasdaq landde zelfs op negatief terrein.
Een half uur voor het einde van de handel noteerde de Dow-Jonesindex 0,6 procent hoger op 12494 punten. De S&P 500-index noteerde 0,3 procent hoger op 1319 punten en technologiebeurs Nasdaq stond 0,1 procent in de min.
De toespraak die Bernanke in het Amerikaanse Congres hield, was nog relatief optimistisch. „Ondanks economische problemen in Europa, blijft de vraag naar Amerikaanse producten redelijk”, zei de Fed-voorzitter. Hij verzekerde dat de Federal Reserve blijft klaarstaan om „in te grijpen als de Amerikaanse economie dat nodig heeft” en hij waarschuwde voor de problemen in Europa.
De stemming op Wall Street was eerder op de dag goed door een onverwachte renteverlaging in China. Op de beurzen profiteerden met name grondstofbedrijven van de maatregel. US Steel Corp klom 0,8 procent.
Ook een succesvolle obligatieveiling in Spanje, donderdag, gaf de handel een positieve impuls. Eerder deze week had de Spaanse minister van Financiën nog gezegd dat Spanje de toegang tot de kredietmarkten begint te verliezen.
Op het bedrijvenfront had elektronicaketen Best Buy de aandacht van beleggers. Oprichter en grootste aandeelhouder Richard Schulze kondigde donderdag zijn vertrek aan, twee maanden na het aftreden van de topman. Het aandeel Best Buy noteerde een min van 1,2 procent.
Een opvallende daler was vrachtwagenfabrikant Navistar International. Het aandeel verloor bijna 15 procent nadat de onderneming een verlies over het tweede kwartaal bekend had gemaakt.
De euro was 1,2590 dollar waard, tegen 1,2565 bij het einde van de Europese beurshandel. De prijs van Amerikaanse olie daalde 1 procent tot 84,17 dollar. Brentolie werd 1,1 procent goedkoper op 99,50 dollar.