Bleker trots op compromis rituele slacht
DEN HAAG – Er komen striktere regels voor het ritueel - zonder verdoving - slachten van dieren. De slachter heeft de plicht te beoordelen of een dier wel op deze wijze kan worden gedood. Ook moet een dier dat de halssnede heeft gekregen na 40 seconden het bewustzijn hebben verloren, anders moet de dierenarts ingrijpen.
Dat staat in de afspraken die staatssecretaris Henk Bleker (Landbouw) dinsdag maakte met de slachterijen en joodse en islamitische organisaties. Bleker is trots op de nu gevonden oplossing die volgens hem ook daadwerkelijk zorgt voor beter welzijn in de slachthuizen en rekening houdt met morele kwesties. Hij ziet deze afspraken als een goed alternatief voor het verbod op onverdoofd slachten dat Marianne Thieme (Partij voor de Dieren, PvdD) wil.
Bleker vindt het verbod te ver gaan. Hij wijst erop dat de vrijheid van godsdienst tot nu toe alleen werd beperkt met het oog op de openbare orde of goede zeden. En hij wilde dat ook nu niet om een andere reden doen. „We hebben alles op alles gezet om te voorkomen dat een grondrecht wordt beperkt. Tegelijk hebben we gemeend dat er ook echt verbeteringen mogelijk zijn bij de rituele slacht. Dit heeft tot iets wezenlijks geleid.”
Vertegenwoordigers van de Joodse en islamitische religieuze organisaties bevestigden dat hun godsdienstvrijheid niet wordt aangetast. „Die blijft intact”, aldus Rasit Bal van het Contactorgaan Moslims en Overheid. „Wij kunnen halal blijven slachten.”
Ronnie Eisenmann van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap zei dat „onze rechten op basis van de Grondwet met het convenant worden herbevestigd. De godsdienstvrijheid blijft intact en er wordt niet getornd aan onze riten.” Hij noemde het convenant verder „evenwichtig.”
ChristenUnie-senator Ester noemde de ondertekening dinsdag van het convenant tussen staatssecretaris Bleker, Joden, islamieten en een vertegenwoordiger van de slachterijsector een „heel belangrijk moment, ook voor het protestantse volksdeel.”
Ook hij is blij dat de godsdienstvrijheid niet wordt aangetast en dat Joden en islamieten elkaar in het convenant hebben kunnen vinden.