„Dan zal Ik rein water op u sprengen en gij zult rein worden…”
Dit is het bloed des Nieuwen Testaments, dat gestort werd voor velen tot vergeving der zonden. Dit is het bloed van Jezus Christus, dat reinigt van alle zonden. Dit is het bloed dat het geweten reinigt van dode werken, om de levende God te dienen. Dit is het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan het bloed van Abel.

De apostel zegt ook: „Maar Christus, de Hogepriester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door de meerdere en volmaaktere tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is niet van dit maaksel, noch door het bloed der bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing voor ons teweeggebracht hebbende.” (Hebr. 9:11-12).

Uit dit dierbaar bloed vloeit onze ganse zaligheid, onze ganse verzoening met God, onze ganse vergeving en geheel onze hoop op het eeuwigen leven. Hier laten wij dan ook het anker vallen, als de enige hoop van onze vermoeide ziel. Naar dit dierbare, verzoenende bloed zien wij uit, als naar de enige offerande voor al onze zonden, de enige balsem voor een schuldig geweten, het enige fundament van vrede met God.

J. C. Philpot, 
predikant te Stamford

(”Leerredenen”, 1866)