Thompson oordeelde dat de plaatsing van een massief granieten blok met daarin de Tien Geboden gegraveerd in de ontvangsthal van het gebouw in strijd was met de Amerikaanse grondwet, die de overheid verbiedt om enigerlei religie te bevorderen. Thompson deed de uitspraak na een klacht van verschillende burgerrechtenorganisaties tegen de plaatsing van de granieten steen.

Opperrechter Moore ging tegen dit besluit in beroep, maar Thompsons vonnis bleef overeind. Ten slotte vroeg Moore het federale hooggerechtshof van de VS in Washington om tussenkomst, maar dit college liet woensdag weten zich niet met de zaak te zullen bemoeien.

Donderdag spraken Moores acht collega’s van het hooggerechtshof van Alabama zich over de zaak uit. Unaniem oordeelden zij dat de Tien Geboden moesten verdwijnen.

Moore kritiseerde dit besluit. „Ik zal nooit de God negeren van Wie onze wetten en ons land afhankelijk zijn”, aldus Moore.

Hij krijgt intussen steun van verschillende christelijke groeperingen. „Wij zullen knielen bij alle deuren van het gebouw en voorkomen dat men apparatuur aanvoert om de Tien Geboden te verwijderen”, aldus dominee Patrick Mahoney, directeur van de Christian Defense Coalition, die een 24-uurswake bij het hooggerechtshof heeft georganiseerd.

Het granieten gevaarte werd donderdag tijdelijk door schotten afgeschermd, maar dat werd later weer ongedaan gemaakt. Rechter Thompson stelde in november voor om de Tien Geboden ergens anders in het gebouw te plaatsen, zolang dat maar geen openbare ruimte is. Maar Moore weigert dit compromis. Hij kreeg donderdag halfhartige steun van de gouverneur van Alabama, Bob Riley, die zei dat hij geen bezwaar heeft tegen weergave van de Tien Geboden in openbare ruimten. Maar hij voegde daaraan toe dat hij tezelfdertijd rechters steunt „die moeten zorgen voor eerbiediging van de wet.”

Het incident in de staat Alabama staat niet op zichzelf. Stenen met de Tien Geboden staan al tientallen jaren opgesteld in openbare ruimtes. De laatste tijd verzetten groepen in veertien staten zich hiertegen met als argument dat opstelling van de stenen tafelen in strijd is met de scheiding tussen kerk en staat.