Jeruzalem 45 jaar geleden herenigd
JERUZALEM – Israël vierde onlangs de 45e dag van de ‘hereniging’ van de stad Jeruzalem. Slechts negentien jaar –tussen 1948 en 1967– was de stad gesplitst, maar daar kwam met de Zesdaagse Oorlog van 1967 een einde aan. Joden konden daarna weer bidden bij de voor hen belangrijkste gebedsplaats, de westelijke muur.
Voor het eerst in 2000 jaar kwam in 1967 heel Jeruzalem onder Joods-Israëlisch bestuur. In de Joodse geschiedenis was dat een belangrijke ontwikkeling. Duizenden jaren hebben Joden naar Jeruzalem verlangd. Ze halen de stad aan in hun gebeden, tijdens de Joodse feestdagen en tijdens huwelijksplechtigheden. Tienduizenden Joden bezoeken tijdens de grote pelgrimsfeesten –Pesach, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest– de Oude Stad van Jeruzalem. Niet voor niets zijn de huizen met uitzicht op het oude, ommuurde deel van de stad enorm in trek. Het gaat om een bijzondere stad. Het woord ”Jerusalem” geeft 136 miljoen treffers op Google, het Nederlandse ”Jeruzalem” 4,4 miljoen.
Toeristen
De gemeente Jeruzalem wees deze week op positieve trends in de stad. Tachtig procent van de toeristen die Israël in 2011 aandeden, bezocht Jeruzalem. Voor hen waren de westelijke muur, de Joodse wijk van de Oude Stad, de Via Dolorosa en de Olijfberg de belangrijkste attracties.
Voor het eerst na vijftien jaar nam het aantal leerlingen in het seculiere schoolsysteem van Jeruzalem weer toe. Daaruit blijkt volgens de gemeente dat de hoofdstad weer aantrekkelijker wordt voor jonge gezinnen. De afgelopen jaren verlieten veel seculiere Israëliërs de stad.
Het aantal leerlingen dat slaagde voor het eindexamen van de middelbare school nam in afgelopen jaren in Jeruzalem met 4 procent toe. Voor het eerst in vele jaren meldden de bedrijven langs de bijna 14 kilometer lange tramroute door de stad een stijging van hun omzet. Volgens een opiniepeiling is 89 procent van de inwoners van Jeruzalem tevreden met zijn leven. Dat is 2 procent meer dan in Israël in het algemeen en 3 procent meer dan de inwoners van Tel Aviv.
De gemeente vermeldde niet of er onder de deelnemers aan de enquête ook Jeruzalemse Palestijnen –meer dan een derde deel van de 800.000 inwoners van de hoofdstad– waren.
Minder rooskleurig
De Associatie voor Burgerrechten in Israël schetst in een rapport over de sociaaleconomische situatie in de Arabische stadsdelen een minder rooskleurig beeld. De Jeruzalemse Palestijnen gaan volgens drie onderzoekers gebukt onder „extreme armoede, beperkte kansen op werk, een ernstig ontoereikend schoolsysteem en een chronisch gebrek aan infrastructuur.” Volgens de gegevens van het Israëlische socialeverzekeringsinstituut leven 78 procent van de Palestijnen en 84 procent van de Palestijnse kinderen onder de armoedegrens.
Het rapport stelt dat de Palestijnen bouwvergunningen kunnen krijgen voor slechts 17 procent van het land in Oost-Jeruzalem. Dat land is voor het grootste deel volgebouwd. Slechts 4 van de 23 ambtenaren van de gemeentelijke arbeidsbureaus werken voor de inwoners van Oost-Jeruzalem. Voor het enige industriegebied –Wadi Joz– dreigt gedeeltelijke afbraak omdat er plaats gemaakt moet worden voor nieuwe huizen. Ook is er een tekort aan duizend klaslokalen.
Verder meldt het rapport dat in de afgelopen vier decennia 14.084 Palestijnen hun woonrechten in Jeruzalem hebben verloren en dus niet meer mogen wonen of werken in de hoofdstad. De helft van die intrekkingen van rechten heeft sinds 2006 plaatsgevonden.
Overleven
Dr. Rami Nasrallah, hoofd van het Internationale Centrum voor Vrede en Coöperatie in Oost-Jeruzalem, zegt dat Palestijnen proberen „te overleven” in de stad. Als uit onderzoeken blijkt dat de Palestijnen de voorkeur geven aan Israëlisch bestuur over de stad, dan is dat volgens hem omdat ze bang zijn dat ze hun recht op sociale zekerheid –zoals uitkeringen bij werkloosheid en ziekte, ziektekostenverzekeringen en een basispensioen– verliezen. Maar de meeste Palestijnen willen volgens hem niet onder Joodse soevereiniteit leven. De goed opgeleide, rijkere Palestijnen trekken naar Ramallah. „We blijven achter met de armen”, zegt Nasrallah.
Ondanks de claims van Israël op Jeruzalem blijft het oostelijk gedeelte van de stad volgens Nasrallah Palestijns. Jeruzalem is met meer dan 300.000 Palestijnse inwoners de grootste Palestijnse stad. Ramallah bijvoorbeeld telt 60.000 inwoners. Dr. Nasrallah vindt dat de macht in de stad niet bij één groep moet liggen.
In een verdeling van Jeruzalem ziet Nasrallah niets. Maar de soevereiniteit over de stad kan volgens hem wel door Israëliërs en Palestijnen worden gedeeld. „Jeruzalem moet geen stad van slechts Joden, moslims of christenen zijn, maar van allen, van de gehele mensheid. Als we er een universele stad van maken, zullen beide partijen er baat bij hebben.”
Compromissen
Dan Diker, secretaris-generaal van het Joods Wereld Congres en verbonden aan het Jeruzalem Centrum voor Openbare Zaken, wijst erop dat Joden in het verleden getoond hebben belangrijke compromissen over de stad te willen sluiten. In 1948 was het Joodse leiderschap bereid, in het kader van het verdelingsplan voor Palestina, de stad te internationaliseren. Na de oorlog van 1967 gaf Israël de autonomie over de Tempelberg terug aan de moslims. In het vredesverdrag met Jordanië van 1994 erkende Israël de speciale rol van Jordanië bij het beschermen van de heilige islamitische plaatsen.
Diker is het met Nasrallah eens dat de stad niet mag worden herverdeeld. Israël moet volgens hem 2 miljard sjekel (400 miljoen euro) in Oost-Jeruzalem investeren om de sociaaleconomische situatie daar te verbeteren. Diker wijst erop dat pogingen om een politieke oplossing voor de stad te bereiken, hebben gefaald. Waar volgens hem nu aan moet worden gedacht is de „herstructurering” van het bestuur van de stad, zodat beide gemeenschappen daarin zijn vertegenwoordigd.
„Op deze wijze blijft Jeruzalem de Joodse hoofdstad.” Diker wijst er verder op dat ongeveer de helft van de Palestijnse inwoners van Jeruzalem in een verenigde stad wil blijven. En als de stad wordt herverdeeld, willen ze naar de Joodse kant verhuizen.