Vorige week werd bekend dat de Theologische Universiteit Kampen wil verhuizen naar een grotere universiteitsstad, mogelijk Amsterdam of Groningen. Vorig jaar bleek namelijk dat de universiteit op termijn niet meer op eigen benen kan staan en overleven.

De generale synode van de GKV vergadert morgen en zaterdag in Harderwijk over de plannen van de Theologische Universiteit Kampen. Mocht de landelijke kerkvergadering groen licht geven, dan volgt een zogenoemd haalbaarheidsonderzoek. De generale synode hakt dan in 2013 of 2014 definitief de knoop door.

Prof. dr. J. Douma, van 1970 tot zijn emeritaat in 1997 hoog­leraar ethiek aan de Theologische Universiteit Kampen, ziet weinig in een verhuizing naar een grotere universiteitsstad. „Ik begrijp niet goed dat men denkt de huidige opleiding in haar breedte te kunnen handhaven. Als de Protestantse Theologische Universiteit dat niet kan, kan de Kamper opleiding dat dan wel? Denkt men bijvoorbeeld dat bepaalde onderdelen, zoals de opleiding in Bijbeltalen, zelfstandig blijven functioneren wanneer men naar Groningen of Amsterdam verhuist?”

Met een vertrek uit Kampen zou er een einde komen aan een lange gereformeerde traditie, aldus de emeritus hoogleraar. Een verhuizing zou hij „zeer betreuren. Het lijkt me trouwens onzin om te denken dat de huidige vestiging in een kleine provinciestad als Kampen een nadelig effect heeft op de eindkwalificaties van de studenten. Al zat men in een klooster, dan nog zou een gereformeerde theologische opleiding uitstekend kunnen zijn. Dat hangt niet af van vestiging in een dorp of wereldstad, maar van de inzet en de overtuigingskracht van docenten en studenten. Moeten de Christelijke Gereformeerde Kerken zich soms schamen dat ze in Apeldoorn blijven zitten? Apeldoorn is ook zo’n rustige provinciestad. Waarom moeten wij hoognodig uit Kampen weg om op betere wijze gereformeerde theologie te bedrijven?”

De Theologische Universiteit Kampen zal goed moeten kijken of de baten tegen de kosten opwegen, vindt ds. L. W. de Graaff uit Hattem. „De plannen om de TUK naar een andere plaats te verhuizen, kosten in de eerste plaats veel geld. Daarbij denk ik met name aan de verhuizing van de bibliotheek. En ik vraag mij af of alleen door een kostbare verhuizing naar een universiteitsstad de studenten breder georiënteerd zullen raken. Wie ergens elders college wil lopen, kan dit nu ook al. Zelf heb ik mijn kandidaats theologie in Kampen gedaan, mijn doctoraal in Utrecht, terwijl ik voor een bijvak in Groningen ben geweest.”

Ds. De Graaff vindt het op zich „niet zo erg” als de universiteit uit Kampen zou verdwijnen. Wel verbaast hij zich erover dat de samenwerking met de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) niet verder van de grond komt. „Dat betreur ik heel erg. Eigenlijk is dit om je voor te schamen. Ik ken toch een heel aantal cgk’ers die voor een nauwere samen­werking zijn. Maar kennelijk zijn er ook felle tegenstanders, die de weegschaal in hun voordeel hebben doen doorslaan.”

Prof. Douma denkt dat door een verhuizing van de Kamper universiteit de verschillen met de TUA groter zullen worden. Hij steunt dan ook de vorige week gedane oproep van drie docenten uit Kampen en Apeldoorn om te voorkomen dat beide universiteiten verder uit elkaar groeien. Volgens hem hoeven kerkelijke en theologische cultuurverschillen geen obstakel te vormen voor nauwere samenwerking. „De gereformeerde bandbreedte van opvattingen is groot genoeg voor allerlei variatie in cultuurverschillen. Als maar duidelijk is dat alle participanten het serieus menen met hun gereformeerde grondslag, zoals we die in de reformatorische confessies vinden.”

Wat prof. Douma betreft concentreert de TUK zich op haar kerntaak: het opleiden van theo­logisch goed toegeruste gereformeerde predikanten. „Alles wat daarbij komt, is bijzaak. Het uitbouwen van een theologische universiteit met allerlei extra studiemogelijkheden en praktijkcentra is een idealistische klus, die nog nooit ergens in Nederland is gerealiseerd. Het wordt tijd om ons wat bescheidener op te stellen en concentratie boven breedheid te verkiezen.”

Ds. M. O. ten Brink, gereformeerd vrijgemaakt predikant te Roodeschool, staat overwegend positief tegenover een verhuizing van de TUK naar Amsterdam of Groningen. „In een grote stad zijn andere faculteiten dichtbij. Mocht een student een tweede studie willen volgen, dan scheelt dat reistijd. Bovendien stelt de overheid strenge voorwaarden aan een universiteit. Om in deze tijd mee te kunnen blijven doen, vind ik het begrijpelijk dat de synode een haalbaarheidsonderzoek start.”

Gevoelsmatig zou hij het jammer vinden als de TUK uit Kampen verdwijnt. „Ik heb daar geen echte argumenten voor. Het is meer nostalgie.”

Ds. Ten Brink zou het betreuren als de samenwerking met de TUA door een verhuizing in het geding zou komen. „Ik kan niet inschatten of dat werkelijk zo is. De samenwerking tussen de beide kerkverbanden verloopt voor mij vaak wel ongrijpbaar. Wat mij betreft doen we het allebei: en verhuizen en meer samen­werken met de TUA.”

Als gereformeerde universiteit is het goed om midden in de wereld te staan, vindt ds. Ten Brink. „Daar ligt onze uitdaging. Graag zou ik dat gezamenlijk doen met de TUA. Van een bundeling van krachten gaat een getuigenis uit. Een breed-gereformeerde universiteit in een grote stad. Daar ligt mijn ideaal.”

De predikant hoopt dat de synode ook andere opties openlaat en veel ruimte geeft aan discussie. „Dat getuigt van creatief denken. Verken de grenzen maar.”